Nieuws delen?

Stuur uw (pers)bericht naar: wim.vierling@platform31.nl

Het nieuws is afkomstig uit een grote variëteit aan bronnen. Platform31 is niet verantwoordelijk voor (de inhoud van) pagina’s van externe partijen waar naar verwezen wordt.

Wegvallen NPLG: gooi het over een andere boeg!

Opinie. Harold Lek en Jessica van Grootveld, adviesbureau VINU

Met het stopzetten van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) door minister Wiersma ontstaat nieuwe onrust en onduidelijkheid over de toekomst van het landelijk gebied. Gebiedsprocessen lopen vooralsnog door op de ingeslagen weg, maar het transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur van 24 miljard euro is geschrapt en komt niet zomaar terug. Het is verstandiger om het over een heel andere boeg te gooien.

De achtergrond van het NPLG is het feit dat we decennialang problematiek op het gebied van stikstof en waterkwaliteit hebben genegeerd, en toen de rechter daar – in het geval van stikstof – een stokje voor stak was er ineens nauwelijks tijd om het probleem op te lossen. Gevolg: onhaalbare doelen op een onhaalbaar korte termijn. Rijk en provincies zijn aan de slag gegaan op basis van een aantal uitgangspunten:

  1. alle doelen moeten gehaald worden binnen de gestelde termijnen,
  2. de plannen moesten goed en uitvoerbaar zijn en daarom via gebiedsgerichte processen sámen met partijen worden opgesteld
  3. en er kwam een transitiefonds om het te betalen. Kortom: we gingen het probleem snel en goed oplossen, met als consequentie dat het niet goedkoop kon.

Het kabinet schrapte in het hoofdlijnenakkoord al het transitiefonds en in het regeerprogramma – als logische vervolgstap daarop – het NPLG. Nu het transitiefonds (en het NPLG) is geschrapt is de primaire reactie: vasthouden aan de termijnen en gebiedsprocessen. Maar snel, goed én goedkoop oplossen is geen optie. Dat vraagt om een heel andere benadering. Wij zien wel een aantal mogelijke denklijnen als start daarvoor.

Een belangrijk startpunt: denk na over welke landbouw je strategisch wilt behouden en beschermen voor de toekomst van Nederland, vanuit het oogpunt van voedselzekerheid, landschappelijke kwaliteit, biodiversiteit (jazeker!) en economische (innovatie)kracht. En nee, we hoeven niet voor heel Europa varkens en kippen te leveren.

Schets met behulp van experts en gebiedspartners voor ieder gebied een toekomstplaatje waarin de beoogde doelen worden gehaald en stel dat vast als hard doel voor 2060. Soms kan zo’n plaatje meerdere richtingen geven voor bedrijven om zich te ontwikkelen: extensiveren, verbreden, intensiveren in combinatie met innovatieve technieken etc. In sommige gebieden zal er wellicht weinig keuze zijn, maar dat is dan maar duidelijk. Dat geeft boeren in het gebied 35 jaar de tijd om hun bedrijf aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Er is dan tijd voor innovatie, experiment, en om reeds gedane investeringen af te schrijven.

Gebruik de lopende gebiedsprocessen om samen met de gebiedspartners en experts te komen tot een toekomstbeeld voor 2060 dat vervolgens verankerd wordt in het ruimtelijk beleid, bijvoorbeeld in de provinciale omgevingsvisie. Sluit aan bij de volgende herijking van de omgevingsvisie, dan heeft het gebiedsproces ook een logisch doel en eindpunt. Biedt ruimte om te komen met een ‘gebiedsbod’ of ‘gebiedspropositie’. Zo’n gebiedsbod bevat voorstellen waar gebiedspartners zelf mee aan de slag willen, passend in het toekomstbeeld. Ga op die manier ook hier en nu aan de slag met zaken waar wél geld voor is. Hier is een uitvoeringsorganisatie voor nodig, en geen gebiedsproces.

Ontwerp daarnaast een regeling waarbij de overheid gronden (en dierrechten) van stoppende agrarische ondernemers opkoopt en – onder voorwaarden – uitgeeft aan de blijvers. De 5 miljard euro die het kabinet nog heeft vrijgemaakt kan hiervoor als startkapitaal worden ingezet. Die gronden worden in de loop van 30 of 35 jaar voor 50% afgeschreven zodat de waarde daalt en de gronden minder intensief worden gebruikt. Ook voor de financiële ‘pijn’ kunnen we op die manier meer tijd nemen. Gronden kunnen worden ingezet voor extensivering of om boeren te verplaatsen naar gebieden waar hun bedrijf wel toekomst heeft. Noem het een boeren-voor-boeren-regeling: het zijn immers de stoppers die zorgen dat de blijvers kunnen doorontwikkelen.

Onderzoek of er tijdelijk meer ruimte kan worden geboden voor alternatieve verdienmodellen: een boer levert een deel van het vee in en mag in ruil daarvoor zonnepanelen of vakantiechalets realiseren. Na 25 jaar wordt de situatie teruggedraaid: veerechten terug, zonnepanelen weer weg. Dat geeft 25 jaar de tijd om na te denken over alternatieven óf om via innovatie te verduurzamen.

Gebruik intussen de 500 miljoen euro die het kabinet wél heeft vrijgemaakt voor uitbreiding en doorontwikkeling van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, waarbij boeren betaald krijgen voor diensten die zij de maatschappij leveren in termen van weidevogelbeheer, landschapselementen etc. Breidt die regeling eventueel uit met andere diensten zoals bijvoorbeeld waterberging.

Maar het stikstofprobleem dan? En het land dat op slot zit? Tja, dat is natuurlijk een bijna onoplosbaar dilemma. Het kabinet werkt aan alternatieven voor de KDW om te bepalen of er niet teveel stikstof wordt uitgestoten, maar dat vergt tijd, nog even los van de vraag hoe dat alternatief er precies uit moet zien. De boeren-voor-boerenregeling kan een deel van het probleem oplossen, doorzetten van een aparte regeling voor piekbelasters wellicht ook. Gaan we de doelen dan gegarandeerd op tijd halen? Nee. Neemt de rechter daar genoegen mee? Dat zal blijken. Maar een gedegen plan mét planologische borging voor de lange termijn is hoe dan ook beter dan geen plan.

Harold Lek en Jessica van Grootveld werken voor strategisch adviesbureau VINU. Jessica was betrokken bij de totstandkoming van het (niet-gesloten) Landbouwakkoord en werkt als adviseur gebiedsgerichte aanpak. Harold werkt(e) als gebiedsmanager Veenweiden.

Wil je hier verder over praten? Neem contact op met Jessica van Grootveld: vangrootveld@vinu.nl

foto-VINU-view-cover-voor-opiniestuk