Buurtdragers

Een ruimtelijk programmatische verkenning van ontwikkelbuurten

Door Wim Vierling

Met wat voor soort interventies kunnen gemeente en woningbouwcorporaties met bewoners het woon- en leefklimaat in Amsterdamse ontwikkelbuurten fysiek en sociaal versterken? Dat is de vraag die Anneke Treffers, Ivan Nio en Frank Suurenbroek (onderzoeksteam Ontwikkelbuurten, Hogeschool van Amsterdam) in de verkenning Buurtdragers stellen. Met deze publicatie beogen de auteurs de (participatieve) planvorming in de naoorlogse buurten te inspireren en te versnellen.

De onderzoekers definiëren ‘buurtdragers’ als “de ruimtelijke structuren, plekken en programma’s die de binding van bewoners met hun buurt duurzaam kunnen versterken”. Het fysieke perspectief staat dus voorop. De onderzoekers kijken daarbij vanuit een sociologisch (buurtbinding) en stedenbouwkundig perspectief (weefsel). Aan de hand van vijf thema’s – gebouw & blok, netwerk & routes, voorzieningen & plekken, speelplekken en het weefsel van de buurt – maken zij de (mogelijke) buurtdragers voorstelbaar met voorbeelden. Zij hebben daarbij oog voor olifantenpaadjes en informele speel -en ontmoetingsplekken.

Het onderzoek kan bijdragen aan het antwoord op de vraag waar in de buurt gemeente en corporaties maar ook andere partijen moeten investeren. Amsterdam telt 32 ‘ontwikkelbuurten’, naoorlogse buurten met een complexe bundeling van sociale, economische en ruimtelijke problematieken die liggen in Amsterdam Zuidoost, Nieuw-West en Noord. Met het beleid voor Ontwikkelbuurten investeert de gemeente in deze buurten – met een sterke inzet op participatie – om de structurele problemen aan te pakken en de kansengelijkheid te versterken.

De publicatie staat in een onderzoekstraditie waarbij de onderzoekers verder kijken dan het beeld van de geplande stad en inzicht geven in de stad zoals die geleefd wordt. Naast het stedenbouwkundig perspectief, bekijken ze de buurten vanuit het gebruiks- en het bewonersperspectief. Eerdere publicaties zijn: Mijn straat:een onderzoek naar de toe-eigening van de woonstraat in Amsterdam Nieuw-West (2018) en Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam (2008) en het vervolg Nieuw-West: parkstad of stadswijk. De vernieuwing van de Westelijke Tuinsteden Amsterdam (2016).

Het mooie van een meerjarige samenwerking, zoals in dit geval tussen de gemeente Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam Urban Governance & Social Innovation, is dat je het onderzoek kan laten landen in de buurten. De vraag is nog wel hoe in deze gebiedsontwikkelingsprocessen burgerparticipatie gestalte krijgt en hoe planprocessen daadwerkelijk bijdragen aan de structurele versterking van de leefomgeving in de 32 Amsterdamse buurten. Een treffende observatie voor het al dan niet slagen van een aanpak is dat “bewoners graag willen meedenken over hun buurt, maar dan moet de basis – schoon, heel en veilig – er wel zijn.” Dan pas kunnen zij hun verantwoordelijkheid nemen voor ontwerp en onderhoud, wat kan leiden tot betrokkenheid met de woonomgeving (eigenaarschap en emotionele binding).

De auteurs beloven in vervolgonderzoek het concept buurtdragers nader uit te werken en middels empirisch en experimenteel onderzoek uit te bouwen met goede voorbeelden. Zij gaan daarbij op zoek naar wat al werkt in een specifieke context – en hoe die lessen van waarde zijn voor de herontwikkeling in andere soortgelijke naoorlogse woonwijken.

Download

  • Ivan Nio, Frank Suurenbroek, Anneke Treffers, Buurtdragers, Hogeschool van Amsterdam, 2020.