De economie van de stad

Door Wim Vierling, Platform31

Het CPB en PBL hebben de snelgroeiende literatuur over thema de economie van de stad samengevat en gerelateerd aan de vraag hoe (rijks)beleid de kracht van de stad kan versterken. Deze notitie biedt een basis om het economisch beleid van de Agenda Stad verder uit te werken en concreet te maken. De auteurs geven zelf aan dat het een vrijwel onmogelijke opgave is om de uitvoerige en snelgroeiende stroom literatuur over dit onderwerp in de volledige breedte en diepte samen te vatten. Aan het einde van de notitie komen ze daarom met een aantal nieuwe kennisvragen

Dat steden belangrijk zijn voor de economie behoeft geen uitleg. Ook niet nieuw is het inzicht dat bedrijven en werknemers productiever zijn in (grote) steden. Steden bieden nu eenmaal een grotere en gespecialiseerde arbeidsmarkt – waar zowel bedrijven en arbeidskrachten van profiteren – en een gespecialiseerde markt van toeleveranciers. Ook profiteren bedrijven van de overdracht van kennis en interacties, of dit nu formeel is of toevallig. Bovendien maken de voorzieningen – een divers aanbod van podiumkunsten, horeca, dagelijkse en luxe winkels – de stad aantrekkelijk voor mensen en bedrijven om er zich te vestigen. Tegelijkertijd brengt de stad brengt ook nadelen met zich mee zoals hoge woonlasten, filedruk en leefbaarheidsproblemen.

De onvoorspelbaarheid van de toekomst van de stad en regio

De literatuur over ondernemerschap richt zich recentelijk ook op regio’s en steden. De dynamiek van ondernemerschap varieert sterk over de regio’s. Het voorspellen van groei in een regio of stad is zeer moeilijk. Wel is duidelijk dat steden, grote en kleine, broedplaatsen van kennis en innovatie zijn, waardoor ze via onderwijs en technologische ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de algemene productiviteitsontwikkelingen. Steden faciliteren daarom ondernemerschap. Opmerkelijk is de constatering dat de toekomstige mate van ruimtelijke concentratie in Nederland onzeker is. Juist nu steden zo centraal staan. De onzekerheid wordt gevoed door “toekomstige technologische ontwikkelingen die zowel kunnen leiden tot (relatief meer) spreiding van wonen en werken over meerdere kleinere steden als tot (relatief meer) concentratie in enkele grotere steden.“

Als gevolg van ‘onzekere economische krachten’ staan de onderzoekers het principe van ‘go-with-the flow’ voor: beleidsmatig meebewegen in plaats van het sterk kiezen (voor een sector, een cluster, of een stad). Het gaat dus eerder om het faciliteren van (of investeren in) ontwikkelingen die al plaatsvinden en het wegnemen van belemmeringen. Ook adviseren de onderzoekers niet klakkeloos het Sillicon Valley-model te kopiëren naar je eigen regio. Probeer juist aan te sluiten bij unieke eigen regionale omstandigheden. En als er al wordt ingegrepen doe dat dan met traditionele stedelijke taken: het zorgen voor een adequaat verkeers- en vervoersinfrastructuur en voldoende woonruimte en prettige leefomgeving. Zo kan nieuwe infrastructuur stedelijke gebieden verbinden, waardoor inwoners en bedrijven (beter) kunnen profiteren van elkaars nabijheid. Vanuit economisch perspectief vinden de onderzoekers dat marktwerking de voorkeur heeft boven overheidsingrijpen. Alleen daar waar de markt faalt is overheidsingrijpen gerechtvaardigd.

Genoeg kennisvragen

De onderzoekers hebben op basis van dit literatuuronderzoek een aantal kennisvragen geformuleerd die de Agenda Stad verder kan vormgeven. Voor een deel zijn die al in de werkprogramma’s van het PBL en CPB belegd, maar deels ook niet. Zo kan nog nader worden uitgewerkt wat het ‘go with the flow’-beleid in de praktijk inhoudt. Ook kan worden teruggegrepen op de CPB-studie Plannen voor de Stad (2013), waarin suggesties zijn gegeven hoe om te gaan met onzekerheden rondom de effecten van verstedelijkingsprojecten. De notitie vraagt dus om een vervolg om preciezer de vraag te beantwoorden hoe we de kracht van steden voor de Nederlandse economie beter kunnen benutten.

Download