Krimpdenken gegroeid, Groeidenken niet gekrompen

Door Wim Vierling, Platform31

De voorbije zomerweken was het niet bepaald stil rond het thema krimp. De vijf provincies verleggen in hun position paper Nederland in balans de koers van symptoombestrijding naar structuurversterking. Zij vragen om een actieve rol van het Rijk en stevige investeringen op het gebied van economie en arbeidsmarkt, (digitale) bereikbaarheid, de particuliere woningvoorraad en de aanpak van leegstand van maatschappelijk vastgoed. Een initiatiefwet schiet de krimpregio’s te hulp om af te wijken van wet- en regelgeving die knellend werkt. En volgens bestuurskundige Peter Hovens verslapt de aandacht voor bevolkingsdaling. Gemeenten hebben volgens hem “volstrekt onvoldoende bestuurlijk slagkracht om de maatschappelijke opgaven van stevige en duurzame antwoorden te voorzien”. De bewustwording over krimp is volgens hem enorm toegenomen, maar het beleid is maar mondjesmaat bijgesteld.

Aandacht is wat weggeëbd

In het e-book ‘Krimpdenken gegroeid, Groeidenken niet gekrompen’ blikt Hovens terug op 10 jaar krimp op de bestuurlijke agenda. Het rapport Structurele Bevolkingsdaling (2006) is volgens hem een ijkpunt. Hovens richtte samen met Wim Derks in 2006 het Kenniscentrum voor Bevolkking en Beleid op. Voor deze publicatie interviewde hij 21 personen die een rol hebben gespeeld in het dossier ‘bevolkingsdaling’ als (politiek) bestuurder, ambtenaar of wetenschapper. Hovens vindt het opmerkelijk dat het woordje ‘krimp’ nog steeds een negatieve connotatie heeft. “Er zijn regio’s waar de krimp onvermijdelijk gaat toeslaan, maar men gewoon de andere kant op kijkt alsof er niks aan de hand is, in de hoop dat het wel een keer overwaait.”, signaleert Hovens. De aandacht voor demografische ontwikkelingen is bij betuurders wat weggeëbd. En dat is gezien het structurele karakter van bevolkingsdaling volgens Hovens onverstandig. Regionale samenwerking kan met hulp van de provincies bijdragen aan de kans op succes. Ook kunnen we leren van de ervaringen met de decentralisaties in het sociale domein. Hier bleek dat de lokale overheid nog onvoldoende iin staat is om verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen bij die samenleving neer te leggen. Het vraagstuk van de krimp kan daar mooi bij aansluiten, tipt Hovens. En het Rijk moet meer ruimte voor regionaal maatwerk gaan bieden.

Andere manier van denken

Hovens beschrijft in de 143 pagina’s tellende publicatie hoe bevolkingsdaling op de bestuurlijke agenda is gekomen, het rouwproces (afscheid van het groeidenken) en de verkenningen in het beleid. Hij onderbouwt het met cijfers en geeft een voorzet voor een andere manier van denken (‘van bestrijden naar begeleiden’) en doen (rol van het rijk, de provincies en de noodzaak van regiobnaal samenwerken). Hij geeft aan in welke fase wij ons nu bevinden en maakt een scherpe analyse. Eén van de adviezen is om een Agenda Krimp te maken waarin de aandacht uitgaat naar de plattelandsgebieden vanwege hun bijzondere problematiek. Die hoeft niet los te staan van de Agenda Stad. Beide invalshoeken kunnen elkaar immers versterken vanwege hun complementariteit. Voor bestuurders die actief zijn met het onderwerp krimp of juist betrokken willen raken is deze publicatie een aanrader met verhelderende inzichten en aanwijzingen. Want dat is ondanks tien jaar denken en doen, met vallen en opstaan, hard nodig om het thema krimp goed op de rails te krijgen.