Landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland

Jaarboek 2018

Door Wim Vierling, Platform31

Wat is de toegevoegde waarde die Nederlandse landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen leveren aan het landschap en de openbare ruimte? En kunnen zij met hun ontwerpend onderzoek een stempel drukken op de weerbarstige praktijk? De jury, die onder leiding van voorzitter Joks Janssen uit de ruim 100 inzendingen 20 projecten selecteerde, kreeg boven tafel wat zich in de ‘hernieuwde frontlinie’ afspeelt. De crisisjaren zien zij als een ‘welkome adempauze’ waarin nieuwe ontwerpmethodieken zich aandienden. En zij vragen zich af hoe houdbaar deze methodieken zijn in tijden van economische voorspoed.

Over het (ontwerpend) onderzoek is de jury enigszins sceptisch. Regelmatig zien zij dat ontwerpstudies niet landen in de praktijk. Toch hebben zij een vijftal onderzoeken die juist wel aanslaan bij het maken van nieuw beleid of andere werkwijzen. Dat kan een serious game (The affordable housing game) zijn waarmee spelers op de woningmarkt kunnen experimenteren met nieuwe ontwerp- en planningsmethodieken en inzicht krijgen in elkaars belangen, waardoor ze kunnen komen tot gezamenlijke oplossingen. Of een haalbaar klimaatadaptief ontwerp om de Bijlmerdreef, een verlaten doorgaande weg in Amsterdam, om te vormen in een duurzame, levendige stadsstraat. En Frits Palmboom laat met zijn studie zien dat hij met tien gouden ontwerpregels invloed krijgt in de uiteenlopende opgaven in het IJsselmeergebied. Dat doen ook de onderzoekers die het boek Energie en ruimte publiceerden. Zij kregen een stem aan de klimaattafels over een nieuw Klimaatakkoord om er voor te zorgen dat de duurzame energievoorziening in 2050 zorgvuldig wordt ingepast in het landschap. Bijzonder is ook het onderzoek naar de veertig Nederlandse wederopbouwprojecten in Uruzgan (Afghanistan). Het brengt scherp het hiaat in beeld tussen de beoogde doelen en lokale realiteit. Het handboek Wederopbouw geeft praktische richtlijnen om bij toekomstige missies een grotere bijdrage te leveren aan de lokale gemeenschap.

Verrassend goed

De vijftien uitgevoerde projecten liggen verspreid over het land, maar de meesten (12) in de grote en middelgrote steden. Drie projecten liggen in het buitengebied, waarvan een in België. Zeven projecten krijgen het predicaat ‘verrassend goed’. Zo kreeg Tilburg een zorgvuldig ontworpen nieuwe, groene entree ten noorden van het station. En wisten de ontwerpers in Het Breed (Amsterdam-Noord) met respect om te gaan met het naoorlogs erfgoed in de vernieuwde openbare ruimte. Ook in Amsterdam, het Roeterseiland, werd het besloten universiteitsterrein opengesteld voor de stad. De jury constateert terecht hoe opmerkelijk het is dat er in tijden van stedelijke verdichting nieuwe openbare ruimten in steden ontstaan, zoals ook het Rotterdamse luchtpark Hofbogen, gebouwd op de voormalige railinfrastructuur. Dat kan ook in het buitengebied, zoals het polderpad bij Rotterdam (Lansingerland) dat door jarenlange inzet en de rol van de ontwerpers die vele partijen aan zich wisten te binden, tot stand kwam. Of gewoon door de poëtische kwaliteit van het ontwerp, zoals het boerenland tussen Veessen en Wapenveld dat een nevenfunctie kreeg als waterbergingsgebied. Of de fraai vormgeven openbare ruimte van de entree van de militaire begraafplaats in België.

Met zorg inpassen

In het thema ‘Een nieuwe laag’ komen vier projecten in beeld die ondanks de grootschalige transformatie recht doen aan de plek. Bekend is de Bijlmerbajes in Amsterdam Zuidoost die de komende jaren verandert in een duurzame wijk met 1300 woningen, waarbij de ontwerpers de oorspronkelijke hoofdstructuur overeind hielden en maar liefst 98 procent van de materialen gaan hergebruiken. In Tilburg een voorbeeldig project: de verdichting van de wijk Groeseind (van 380 naar 470 woningen) met behoud van het fijne stedebouwkundige weefsel. Ook de fietsbrug in Utrecht over Amsterdam-Rijnkanaal is een superieur staaltje zorgvuldig inpassen van de infrastructuur in combinatie met een nieuwe school en openbare ruimte op de bestaande wijk. Dat doet ook de Sint-Jansbeek die zichtbaar werd en bijdraagt aan het verbeteren van de openbare ruimte in de zuidelijke binnenstad van Arnhem.

Ontregelen

Bij het thema ‘strategisch vernuft’ komen vier projecten in beeld waarbij niet langer het stedenbouwkundig eindplaatje voorop staat, maar wel de lange termijn ambitie om stapsgewijs met tijdelijk projecten te werken of het gebied in verschillende fasen te ontwikkelen. Het Hof van Cartesius (Utrecht) is zo’n staaltje van ‘samen stad maken’ en circulair bouwen, waar dertig ondernemers verenigd in een coöperatie hun werkruimte vonden in verschillende, losse paviljoens. In Wijnhaveneiland (Rotterdam) werd een wat achtergestelde buurt verdicht met kantoren en woontorens. Er was scherp oog voor de ruimtelijke kwaliteit onder meer door het opstellen van bouwregels à la Amerikaanse zoning laws. In Tilburg transformeerde de Piushaven onder supervisie van Riek Bakker in een levendig, gevarieerd stadsdeel met 1700 woningen. Ook in Amersfoort wisten de ontwerpers in het Oliemolenkwartier op een prettige ‘ontregelende manier’ met tijdelijke en permanente projecten nieuw leven te blazen in een voormalige industriezone.

Inspiratie

Het jaarboek geeft ontwerpers, opdrachtgevers en initiatiefnemers weer ruim inspiratie om te werken aan nieuwe ontwerpen. Dat kan ook door het lezen van het essay van Linde Egberts (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) waarin zij ons eraan herinnert om het (jong) erfgoed mee te nemen in de actuele ontwerpopgaven om zo ‘onwetendheid’ bij nieuwe ingrepen voor te zijn. De fotoreportage ‘Dorstend land’ brengt de droogte van de afgelopen zomer mooi in beeld. En in een interview leert de onorthodoxe aanpak van voormalige corporatiedirecteur Thom Aussems (Sint Trudo, Eindhoven) ons buiten de lijntjes te kleuren en met een mix van sociale en fysieke interventies te werken aan en betere wijk.

Bestel

Mark Hendriks e.a., Landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland. Jaarboek 2018, uitgeverij Blauwdruk, 2018.