Naar een eigen ruimtelijke identiteit

Door Wim Vierling, Platform31

De publicatie Naar een eigen ruimtelijke identiteit is volgens de auteur Herman Dekkers “bedoeld om de discussie over het onderscheidende vermogen van gebieden binnen of buiten de stad op gang te brengen.’ Dekkers ziet de verschillen tussen gebieden onderling langzaam verloren gaan. Hij ziet gemeenten worstelen met hun eigen ‘ruimtelijke kwaliteit’. We hebben weliswaar stadsbouwmeesters die hier op toezien en een welstandsbeleid dat hierover waakt. Toch vindt Dekkers dat het systeem tekort schiet. Het eigene van de omgeving zou volgens hem leidend moeten zijn bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom introduceert hij het begrip ‘ruimtelijke identiteit’ Het idee is eenvoudig. Net zoals je een visie ontwikkelt voor een organisatie, kan je samen met de bewoners van een stad of wijk een langetermijnvisie ontwikkelen over de ruimtelijke identiteit van een gebied.

Aantrekkingskracht

Het pleidooi van Dekkers is losjes geschreven vanuit zijn ervaring als ruimtelijk adviseur. Het is zeker geen theoretisch verhaal. Hij ziet met de komst van de Omgevingswet juist een kans om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan de ‘ruimtelijke identiteit’ waardoor de aantrekkingskracht van een gebied versterkt kan worden. De gemeente is in dit geheel de facilitator. Er zijn nog wel wat hobbels te nemen, zoals het vinden van draagvlak. Dat kan volgens hem door een proces van bewustwording in gang te zetten te beginnen bij de raadsfracties en door het een plek te geven in het collegeprogramma. Op dit onderdeel is het betoog van Dekkers op z’n kwetsbaarst. De tendens is juist om meer te ontregelen en een langetermijnbeleid is wat vaak ontbreekt in de gemeentelijke politiek.

Voorbeelden

In de 88 pagina’s tellende publicatie laat Dekkers met foto’s zien wat goede en slechte voorbeelden zijn. Hij beschrijft hoe begrippen als belevingswaarde, herkenbaarheid en attractiewaarde zich verhouden tot ‘ruimtelijke identiteit’. Hij doet dat vanuit het perspectief van burgers, ondernemers, politiek en bestuur. En laat zien hoe erfgoed, beeldende kunst en stripfiguren een rol van belang kunnen spelen. Dekkers komt met duidelijke oplossingsrichtingen en een plan van aanpak. Hij ziet vooral kansen om bij ruimtelijk waardevolle gebieden de continuïteit te waarborgen. Gemeenten staan daar niet alleen in. Zij nemen het initiatief voor een breed overleg met bewoners en ondernemers over de ‘eigenheid’ van een stad of wijk. Ook provincies kunnen via de structuurvisie richting geven aan een duurzame ruimtelijke kwaliteit.

Al met al een lezenswaardig boekje voor professionals en burgers die betrokken zijn bij plannen in de openbare ruimte, centrumgebieden, bedrijventerreinen, buitengebieden en nieuwbouwprojecten om te komen tot een afgewogen inpassing van een ontwerp ter plekke.

Bestel

Herman Dekkers, Naar een eigen ruimtelijke identiteit, SDU, 2016.