Powerswitch naar een vitale samenleving

“De verzorgingsstaat heeft geen goed verhaal meer, maar de participatiesamenleving is illusoir en gaat mislukken”. Die alarmerende boodschap verkondigde Gabriël van den Brink, hoogleraar wijsbegeerte aan de VU, dit voorjaar bij de presentatie zijn WRR-essay Moderne liefdadigheid. De pleitbezorgers van de participatiesamenleving krijgen de nodige kritiek. Het is ‘vooral iets voor hogeropgeleiden’, kopte de NOS recent nog naar aanleiding van een rapport van kenniscentrum Movisie. Toch zijn er net zoals Van den Brink wegbereiders nodig die aan zo’n systeemverandering de juiste richting kunnen geven. Volgens de hoogleraar schuilt in Jeroen den Uyl een ‘bescheiden revolutionair’. “Hij verzet zich tegen de uitholling van de menselijke gemeenschap door staatsbureaucratie en marktwerking.” Den Uyl heeft met zijn dertig jaar lange ervaring als organisatieadviseur de publicatie Powerswitch naar een vitale samenleving geschreven waarin hij vertelt hoe burgers weer invloed kunnen krijgen op hun eigen leven.

Dikke overheid, dikke markt

“De overheid en de markt hebben de afgelopen decennia veel ruimte ingenomen ten koste van de gemeenschap. Door de gekortwiekte gemeenschap verloren burgers het vertrouwen in de overheid en de markt. Verwezing en populisme zijn het gevolg”. Den Uyl beschrijft hoe het anders kan. “Burgers kunnen het heft in handen nemen en met elkaar de gemeenschap vitaal maken.” De 243 pagina’s tellende publicatie is door Den Uyl regelrecht vanuit het hart geschreven. Het is een vurig pleidooi waarin hij de weg baant voor het herstel van gemeenschapszin, vanuit een historisch perspectief en vooruit kijkt naar het gewenste evenwicht tussen overheid, markt en gemeenschap. Zijn analyse is scherp. Een ‘dikke overheid’ en een ‘dikke markt’ zijn volgens hem funest voor gemeenschapszin. De teloorgang van de rechtsstaat vind hij onacceptabel. Hij beschrijft welke specifieke kwaliteiten organisaties en leiders nodig hebben om de paradigmawisseling gestalte te geven.

Regelkring

Zelforganisatie doe je in wat hij noemt een ‘regelkring’. Hierin delen mensen een belang waarin ze waarden en normen creëren. De woningcorporaties van vóór de Tweede Wereldoorlog is een voorbeeld van zo’n regelkring. Maar er zijn ook eigentijdse voorbeelden zoals de woningcoöperaties en de broodfondsen voor zzp’ers waarin burgers de leiding nemen. De sociaal ondernemers zijn volgens hem de meest duidelijke uitdrukking van zijn droom: een gewoon bedrijf, waar niet de winst voorop staat, maar het insluiten van mensen die moeilijk mee kunnen op de arbeidsmarkt.
Een regelkring is op elk terrein uitvoerbaar. Op een kleine schaal werkt een regelkring het best. De spelregels moeten kraakhelder zijn. En het is vooral zaak om niet van buitenaf in te grijpen. In zo’n regelkring moet je het vermogen hebben om de ander te begrijpen, ook als die persoon van mening verschilt. De regelkring moet zelf in actie komen. Ook al is het lastig om binnen een kring innovatie en toekomstgerichtheid te organiseren. De basis van het geven van verantwoordelijkheid, is dat je ook verantwoordelijkheid neemt.

Kathedraal

Den Uyl ziet ook kansen voor een inclusieve politieke cultuur, waarbij het wij-zij-denken plaats maakt voor een meer vergevingsgezinde cultuur. Het is zaak het beleid zo te ontwerpen dat het sociale cohesie, burgerschap en moraliteit uitlokt. Ook wetten en regels moeten op de schop en zo ingericht worden dat burgers hun eigen belangen kunnen organiseren.

Wat nu van de buitenkant lijkt op een ongerichte beweging, is volgens Den Uyl een bundeling van uiteenlopende initiatieven die gezamenlijk een kathedraal bouwen. Den Uyl erkent dat het een lange adem vraagt om zijn idealen te bereiken. Het vraagt om moed van leiders in de samenleving om zich hieraan te verbinden en toe te durven geven dat het anders moet dan ze voorheen hebben gedaan, aldus Den Uyl. Het is aan de veranderingsgezinde leiders om de inhoud van deze publicatie tot zich te nemen.