SER-agenda voor de Stad

Door Wim Vierling, Platform31

De SER heeft in het ontwerpadvies ‘De SER-agenda voor de stad’ de eerste aanzet gegeven voor de thema’s die vanuit sociaal-economisch perspectief (‘welvaartsgroei door en voor iedereen’) op de Agenda Stad van het kabinet moeten komen. Het is wellicht de belangrijkste bouwsteen voor Agenda Stad. Zonder werk, geen welvarende steden. Het rapport De onderkant van de arbeidsmarkt in 2025 van SCP en CPB dat vanochtend is verschenen wijst nog eens op de urgentie: “Als er niets verandert, dan raken de laagopgeleiden ook wat betreft werkloosheid en armoede verder achterop,” De SER-missie ‘Welvaartsgroei door en voor iedereen’ is dan ook een belangrijk uitgangspunt van het advies. Dat sluit weer goed aan bij die van de EU: “smart, sustainable en socially inclusive growth”.

Twee vragen vormen lopen als een rode draad door het advies:
- Hoe kunnen de potentiële agglomeratievoordelen van (grote) steden optimaal benut worden?
- Hoe kan ervoor gezorgd worden dat zo veel mogelijk mensen hier aan bijdragen en er ook van meeprofiteren (welvaartsgroei door en voor iedereen)?

Interessante denkrichtingen

Het kabinet wil met de Agenda Stad groei, leefbaarheid en innovatie in Nederlandse steden versterken. Het SER-ontwerpadvies geeft in hoofdlijnen, het rapport is een korte periode van 5 maanden geschreven, de richting aan. Dat maakt het voor de lezer makkelijk om het rapport van 74 pagina’s door te lezen. Het gaat veelal over samenwerken, maatwerk (elke stad heeft zijn eigen DNA), accepteer de verschillen en maak adaptief beleid (‘go with the flow’). Het rapport is fris van de pen geschreven en geeft een paar interessante denkrichtingen aan voor de Agenda Stad.
Zo is de SER van mening dat het beter is om in plaats van steden over stedelijke regio’s te spreken. Die kijk geeft immmers ook de relatie aan tussen stad en ommeland. De SER wijst er dan ook op dat dit advies complementair is aan een eerder advies over bevolkingskrimp uit 2011. De SER krijgt hiervoor bijval van het CNV: “niet alleen de stad, of de bewoners van de stad, maar ook mensen in de regio en uiteindelijk het gehele land moet kunnen profiteren van het mogelijke succes van een stad”.

De SER geeft aan dat dé stad niet bestaat. “Elke stad heeft eigen kwaliteiten en potenties. Op die kenmerken kunnen zij zich profileren en hun diensten aanbieden.” Het advies aan steden is om “keuzes te maken zodat zij elkaar goed aan kunnen vullen én als individuele stad zelf ook mee tellen.” Nationale afstemming is hierbij wel noodzakelijk.
Verder bekijkt de SER vanuit verschillende schaalniveaus naar stedelijke vraagstukken. Dat helpt om naar steden te kijken die “niet alleen variëren in omvang en samenstelling maar ook verschillende rollen spelen in het economische systeem.” Zo zijn sommige steden onderdeel van een internationaal netwerk, andere hebben meer een kernfunctie binnen de regio. Dat vraagt om regionale samenwerking binnen een nationaal kader zodat de regio’s elkaar kunnen versterken.

Soms wat algemeen

In het advies zijn wel een aantal algemeenheden te vinden zoals bijvoorbeeld de opmerking dat “evenwichtige en duurzame economische groei alleen kan plaatsvinden als aan de nodige voorwaarden wordt voldaan; vooral ondernemerschap, innovatievermogen, onderwijs en scholing zijn van belang om op de veranderende economische omstandigheden in te spelen, maar ook een goed werkende arbeidsmarkt”. De SER benadrukt dat de 35 Arbeidsmarktregio’s zich verder moeten ontwikkelen “om een bijdrage te kunnen leveren aan een sociaal-economische ontwikkeling die recht doet aan potenties en inspeelt op regionale arbeidsmarktknelpunten”.

De SER laat weten dat ruimtelijke ordening een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van stadsregio’s met voldoende aandacht voor “publieke ruimte, goede voorzieningen, voldoende ontwikkelruimte voor bedrijven en een adaptieve woningbouwstrategie”. Door de veranderende eisen en behoeften van bewoners en bedrijven zijn er tal van transformatieopgaven voor winkels, kantoren en bedrijfsruimten. Ook hecht de SER aan goede infrastructuur, zoals hoogwaardige ICT-en datanetwerken en goede ov-verbindingen. Dat laatste “vergroot de kans om met een redelijke reistijd een geschikte baan te vinden”. Steden kunnen bovendien een kwaliteitssprong maken als zij concepten als ‘smart city’ en ‘circulaire stad’ (verminderen en hergebruiken van afvalstromen) omarmt als uitgangspunt bij herontwerp.

De SER is zich bewust van de algemeenheden in het rapport en stuurt aan op verdere uitwerking en maatwerk om steden “voluit hun rol te kunnen laten vervullen”. Het is wellicht een goed idee (geoppert door Leen Hofmann in vakblad ESB van juni) om het arbeidsmarktbeleid over de afgelopen decennia te evalueren zodat duidelijk is welke beleidsaspecten wel en niet effectief zijn geweest.

Download

SER-agenda voor de Stad, 2015.