Van azc naar een baan

De Nederlandse regelgeving over en praktijk van arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen

Het rapport Van azc naar een baan, een onderzoek dat door de Universiteit van Amsterdam is uitgevoerd met financiële steun van Instituut Gak, heeft een juridische insteek. Wat zijn nu de risico’s en belemmeringen om asielzoekers snel te begeleiden naar de arbeidsmarkt? Twee opvallende aanbevelingen:

  • vluchtelingen in de asielprocedure zouden al na twee maanden moeten kunnen werken om vacatures te vervullen voor kennismigranten of waar geen Nederlands aanbod voor is.
  • ook kunnen werkende statushouders – en potentiële werkgevers – meer perspectief krijgen als zij eerder verblijfszekerheid krijgen.

Het onderzoek is praktisch ingesteld. Hoe is het geregeld en wat kan er beter? “De Nederlandse regelgeving rond de arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen blijkt niet altijd overeen te komen met Europees recht”, vertelt onderzoeker Tesseltje de Lange. “Sterker nog: de regelgeving en uitvoering daarvan in de praktijk werken integratie soms zelfs tegen.”

Drempels wegnemen

De onderzoekers concluderen dat de financiële, administratieve en praktische drempels om te werken te hoog zijn voor vluchtelingen in de asielprocedure en in het azc. De Lange: “Die drempels moeten we weg zien te nemen als we integratie willen bevorderen.” Bijkomend voordeel is dat het risico op zwartwerken, onderbetaling en eventuele uitbuiting kleiner wordt. Nederland heeft nu een seriële benadering van integratie. De Lange wil dat Nederland overstapt naar een geïntegreerde aanpak van (arbeidsmarkt)integratie waarbij statushouders in het azc en daarna in de gemeente inburgeren, werken en/of studeren, kunnen combineren.

Van asielprocedure tot verblijfszekerheid

Het onderzoeksrapport maakt de vier fases in het traject van azc naar een baan inzichtelijk:

  1. Gedurende de asielprocedure valt de asielzoeker onder de verantwoordelijkheid van het COA in afwachting van een status. Welk werk of andere activiteiten, zoals vrijwilligerswerk, mag een asielzoeker tijdens dat wachten doen en wat niet?
  2. In de periode dat de statushouder nog in een azc woont, kan hij/zij wel beginnen met inburgeren. Juridisch gezien mag de statushouder wel werken, maar praktisch gezien is het vaak nog niet zo ver.
  3. De statushouder is in een gemeente gaan wonen. De gemeente gaat – in het kader van de uitvoering van de Participatiewet – aan de slag met de integratie van de statushouder. Ook de waardering van diploma’s komt dan aan de orde.
  4. Vooruitblik. De statushouder woont inmiddels al drie of vijf jaar in Nederland en heeft de verplichting om binnen drie jaar te slagen voor het inburgeringsexamen. Wat is de betekenis van de tijdelijkheid van de verblijfsstatus tot het moment dat na vijf jaar een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd wordt verkregen of de status eventueel wordt ingetrokken als het land van herkomst weer veilig is?

Een factsheet zet de bevindingen op een rij, met aansprekende quotes:

  • “Wachten op een afwijzing of inwilliging asielverzoek moet geen verloren tijd zijn.”
  • “Verblijf in azc/gva mag geen belemmering zijn voor een statushouder om te starten met integratie”
  • “Werken is een bewijs van integratie. Werkende statushouders zouden daarom van (delen van) het inburgeringsexamen vrijgesteld moeten worden.”
  • “Niet alle gemeenten voeren hetzelfde beleid ten aanzien van vluchtelingen. Dat is verwarrend en werkt rechtsongelijkheid in de hand.”

Download

.