Kennisdossier Economische veerkracht

Guiding Principles Metro Mix

Hoe gemengde hoogstedelijke milieus met meerwaarde voor Nederland te ontwikkelen

Het College van Rijksadviseurs (Cre) heeft, samen met de stedenbouwkundigen van bureau marco.broekman en gebiedseconomen van Stadkwadraat, aan het Uitvoeringsprogramma Ruimtelijk-Economische Ontwikkelstrategie (REOS)* een advies uitgebracht over het ontwikkelen van hoogstedelijke, gemengde gebieden.

Het Cre geeft in een pocketformaat praktische ‘Guiding Principles’ voor overheden en ontwikkelaars om hoogstedelijke, gemengde milieus te creëren die de potentie hebben om bij te dragen aan een structurele versterking van de economie van onze grootstedelijke regio’s (Noordvleugel van de Randstad, de Zuidvleugel en de regio Brainport rond Eindhoven) en daarmee van heel Nederland. Uitgangspunt is dat de Nederlandse stedelijke regio’s een beperkte agglomeratiekracht hebben. De afgelopen jaren heeft het Rijk vooral ingezet op de bereikbaarheid en niet op het creëren van aantrekkelijk hoogstedelijke gemengde milieus door het vergroten van massa: de ruimtelijke dichtheid van werknemers, bedrijven en inwoners. Juist deze combinatie levert een bijdrage aan belangrijke economische doelen, zoals: het aantrekken en vasthouden van talent, het vernieuwen van de economie door kennisdeling en innovatie (door een concentratie van ‘denkers’ en ‘doeners’ in elkaars nabijheid te plaatsen) en de economie te faciliteren met excellente zakelijke dienstverlening (schep de juiste condities – excellente bereikbaarheid, voldoende levendigheid en voorzieningen dichtbij – waarin deze sector zich graag vestigt).

De adviseurs van Cre koppelen drie type gemengde milieus (de ‘metropolitane mix’) aan deze economische doelen:

  • Metropolitaan Wonen (onderscheidend milieu met hoge bebouwings- en gebruikersdichtheden en een hoge mate van menging van functies),
  • Gemengd zakendistrict (geavanceerde zakelijke dienstverlening gemengd met voorzieningen en wonen in hoge dichtheden) en
  • Innovatiedistrict (een universiteit of grote organisatie werkt in dit milieu als een magneet voor kleinere bedrijven).

Het advies bestaat uit drie delen waarin de auteurs het ‘Waarom, Wat en Hoe’ beschrijven. Zij zijn van mening als je van mengen in hoge dichtheid een succes wilt maken, wel een cultuuromslag nodig is. De introductie van de Omgevingswet zet een sterke deregulering in gang door veel meer integraal te kijken. Voorwaarde is wel dat overheden actief gaan samenwerken om te zorgen waar functiemenging nu de uitzondering is, het in het vervolg de standaard wordt. De auteurs beseffen dat deze veranderende manier van leven, waarbij de grenzen tussen ‘wonen’, ‘werken’ en ‘leren’ vervagen, ook een andere manier van handelen vergt en het aanpassen van wet- en regelgeving die dit tot een acceptabele hoogte toelaat.

In het REOS Uitvoeringsprogramma is een selectie van toplocaties gemaakt: campussen, functiegemengde zakencentra, transformatiegebieden en productielandschappen. Vijf transformatielocaties zijn benoemd als kansrijk gebied voor de realisatie van gemengde wijken: ZaanIJ-oevers (Amsterdam), CID & Binckhorst (Den Haag), Internationale Knoop XL (Eindhoven), Merwe-Vierhavens (Rotterdam) en Merwedekanaalzone (Utrecht). De drie types ‘metropolitane mix’ zijn in meer of mindere mate toepasbaar op de vijf REOS transformatielocaties. Het blijkt dat niet alle locaties geheel geschikt zijn voor een van de drie milieus, maar stedelijk mengen komt overal voor.

De principes geven een handvat om aan de belangrijkste onderwerpen van mengen inhoud en richting te geven. Ze staan niet los van elkaar maar grijpen in elkaar en beïnvloeden elkaar en vormen tezamen een gids voor een complexe ontwikkeling. Hoewel het advies zich richt op het stedelijke mengen in de vijf REOS transformatielocaties, is het aardige dat de principes ook goed toepasbaar zijn op het mengen in de minder hoogstedelijke gebieden. Want ook daar is een fikse binnenstedelijke woningbouwopgave en kan het stedelijke mengen een positief effect geven op de werkgelegenheid in de aangrenzende (kwetsbare) wijken.

* Uitvoeringsprogramma REOS

In het Uitvoeringsprogramma REOS erkennen het Rijk, vijf provincies, vijf steden en vier economic boards uit de Noordelijke en Zuidelijke Randstad en de Brainport Eindhoven dat versterking van de internationale concurrentiekracht vraagt om versterking van een selectie van toplocaties (campussen, functiegemengde zakencentra, transformatiegebieden, productielandschappen) en van de verbindingen daartussen. In het Uitvoeringsprogramma, dat onder leiding staat van minister Ollongren (ministerie van BZK en wethouder Van Doorninck (gemeente Amsterdam), zijn 6 acties benoemd:
1. Internationaal concurrerend portfolio van toplocaties;
2. Versnelling ontwikkeling
binnenstedelijke transformatiegebieden;
3. Aantrekken van toptalent;
4. Verduurzaming van productielandschappen;
5. Versterken connectiviteit van toplocaties vanuit economisch perspectief;
6. Ruim baan voor digitale infrastructuur.

Download

cover-guiding-principles-metro-mix
klik naar de publicatie