Kansen van de energietransitie

Er zijn verschillende ideeën over de mogelijke gevolgen van robotisering, automatisering en digitalisering op de arbeidsmarkt. Waar bij de een de angst overheerst dat er veel banen in het lagere- en middensegment verdwijnen, ziet de ander juist kansen voor meer werkgelegenheid. Er is echter overeenstemming dat de technologische ontwikkelingen voor grote veranderingen gaan zorgen op de vraag naar arbeid. Voor lokale – en zeker ook regionale – beleidsmakers heerst de vraag hoe zij zich op deze veranderingen kunnen voorbereiden.

PBL en ROA brengen in beeld waar arbeidsmarkttekorten klimaatdoel kunnen belemmeren

PBL en ROA, september 2022

Onderzoekers van het PBL en het Researchcentrum voor Opleiding en de Arbeidsmarkt (ROA) hebben een model ontwikkeld dat voor vijf jaar vooruit laat zien waar knelpunten op de arbeidsmarkt kunnen ontstaan bij de uitvoering van het klimaatbeleid. Uit de analyses blijkt dat er vooral een tekort is aan technici op bachelor- en masterniveau, naast aan technici en ambachtslieden op MBO-niveau. In Zeeland, Drenthe en Limburg kunnen de knelpunten groter uitvallen dan nationaal, omdat daar relatief veel klimaatinvesteringen plaatsvinden. De inzichten uit het model helpen werkgevers, opleiders en de overheid te zien waar bijsturing nodig is om de klimaatdoelen in 2030 en 2050 te kunnen behalen.

Lees verder


Arbeidsmarktkrapte

SEO, juli 2022

De krapte in de techniek- en energiesector blijft tot en met 2030 bestaan. Deze krapte vormt een belemmering voor het realiseren van maatschappelijke en economische transities. De techniek- en energiesector zijn relatief conjunctuurgevoelige sectoren. Oplossingsrichtingen bestaan uit het verhogen van de arbeidsproductiviteitsgroei, het scholen en behouden voor de sectoren van meer jongeren en uit arbeidsmigratie.’

Lees verder


Energietransitie en werkgelegenheid

SER, 2018

Overstappen van fossiele vormen van energie naar nieuwe vormen zoals wind, zon, of geothermie vereist enorme investeringen. Niet alleen in technologie maar vooral ook in mensen. Om de klimaatdoelen van het kabinet te halen moet snel worden geïnvesteerd in scholing, het aantrekken van mensen, en in begeleiding van werk naar werk voor wie zijn functie ziet verdwijnen. De SER publiceerde concrete aanbevelingen om de werkgelegenheidskansen te verzilveren en knelpunten op de arbeidsmarkt tijdig aan te pakken.

Het rapport toont laat zien dat de werkgelegenheid daalt in de ‘fossiele’ sector. In sectoren gespecialiseerd op nieuwe energievoorzieningen, zoals wind- of zonne-energie, stijgt de werkgelegenheid. Er dreigt in deze sectoren een tekort van arbeidsaanbod. Omscholing gebeurt nu nog te langzaam. Lokale beleidsmakers kunnen inspelen op deze ontwikkeling door (om)scholingstrajecten voor uitkeringsgerechtigden in te richten op de werkgelegenheid die de energietransitie meebrengt. De arbeidsvraag gaat structureel veranderen. Voor regionale beleidsmakers beveelt de SER aan om deze arbeidsmarkteffecten vast onderdeel te laten maken van regionaal-economisch overleg

Lees verder


Effecten van de energietransitie op de regionale arbeidsmarkt – een quickscan

PBL (2018)

Het doorvoeren van omvangrijke veranderingen in het Nederlands energiesysteem en de investeringen die daarmee gepaard gaan, zullen op de korte termijn leiden tot meer spanning op de arbeidsmarkt. Niet in elke sector zijn de gevolgen van de energietransitie hetzelfde. In de ene sector zal de werkgelegenheid toenemen, in de andere afnemen. Omdat sectoren en investeringen ten behoeve van de energietransitie niet gelijkmatig zijn verspreid over de provincies, verschillen de gevolgen ook per provincie. Wel zal de arbeidsmarkt in alle provincies naar verwachting krapper worden. Aandachtspunt zijn de mismatches op de arbeidsmarkt. Niet elke werkzoekende is in staat om elke vacature op te vullen. Opleidings- en omscholingstrajecten zijn daarom nodig.

Beleid
“Voor de effectiviteit van opleidings- en omscholingstrajecten is het van belang er een regiospecifieke invulling aan te geven, omdat het per regio verschilt in welke sectoren banen verdwijnen of ontstaan. Daarom kunnen inschattingen van de toekomstige vraag naar arbeid het beste op regionaal niveau worden gemaakt. Dat geldt ook voor het verbeteren van de aansluiting van de vaardigheden van nieuwe toetreders en werknemers die hun baan mogelijk gaan verliezen, op de behoeften van sectoren waar werk ontstaat of verandert.” (pp 12)


De werkgelegenheidseffecten van fiscale vergroening

CPB (2018)

De studie concludeert dat wanneer fiscale vergroening de totale belastinginkomsten en de inkomensverdeling ongewijzigd laat, de totale werkgelegenheid op de lange termijn niet zal veranderen. Fiscale vergroening draagt daarom in de eerste plaats bij aan milieudoelstellingen. Het ligt niet voor de hand om fiscale vergroening te motiveren vanuit verwachte arbeidsmarkteffecten op de lange termijn.
De effecten op korte termijn wijken af van de langetermijneffecten. Zo zal op korte termijn wél sprake zijn van veranderingen in de werkgelegenheid: sommige banen zullen mogelijk verdwijnen, de vraag naar andere werkzaamheden zal mogelijk toenemen. Dit kan leiden tot spanningen op de arbeidsmarkt doordat de vaardigheden van werknemers die op zoek zijn naar een nieuwe baan mogelijk niet aansluiten bij de benodigde vaardigheden voor de nieuwe werkzaamheden .