- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Omgevingswet
- Over de Omgevingswet
Inhoud kennisdossier
Meer over dit onderwerp
- Website van Platform31
- Leerkring Omgevingswet G40 en G4
- Leergang Op dezelfde leest
- Informatiepunt Leefomgeving
Achtergrond
Dit kennisdossier wordt mogelijk gemaakt door:
Deel deze pagina via:
Over de Omgevingswet
Omgevingswet: wat, hoe en waarom
Sneller eenvoudiger en meer ruimte voor initiatief. Deze kernwaarden staan centraal in de Omgevingswet. De Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt de huidige wetten en regels met betrekking tot de ruimtelijke ordening en de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet biedt meer ruimte voor ontwikkeling en complexe vraagstukken. Bovendien ontstaat door de Omgevingswet een samenhangende regelgeving van de versplinterde huidige wetten en regels. Dit alles leidt tot duidelijkheid, zekerheid en samenhang. Dat is het doel.
Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Veel gemeenten zijn al volop aan het voorbereiden en oefenen om voor die tijd helemaal klaar te zijn voor de nieuwe regeling. Overheden delen ervaringen en leerpunten onderling. Door middel van onder andere diverse pilots en bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte wordt er geoefend om te werken in de geest van de Omgevingswet.
Daarnaast brengt de Omgevingswet een verdere decentralisatie met zich mee. Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om maatwerk te leveren, waar het Rijk nu nog bepaalde bepaald in wetgeving. Dit betekent meer verantwoordelijkheden, maar ook dat gemeenten over meer onderwerpen kennis moeten hebben om hierover te kunnen besluiten.
Drie pijlers
Dit kennisdossier Omgevingswet is opgedeeld in drie pijlers: DSO, Anders werken en Instrumenten (ontleend aan de indeling die het programma Aan de slag met de Omgevingswet hanteert). Bij iedere pijler zijn voorbeelden uit de praktijk te vinden.
De eerste pijler gaat over Anders Werken in de praktijk. Dit gaat over de cultuuromslag die plaats zal moeten vinden om in de geest van de Omgevingswet te kunnen werken. De tweede pijler, Instrumenten in de praktijk, gaat in op de juridische instrumenten die de Omgevingswet biedt. Zes kerninstrumenten zijn opgesteld voor het beheer van de fysieke leefomgeving. De derde pijler gaat over het Digitale Stelsel Omgevingswet. Vanaf 2024 moeten alle overheden gaan werken met dit digitaal stelsel. Dit brengt meer transparantie voor externen en zal processen zoals vergunningaanvragen vergemakkelijken.
Verder kunt u de verslagen en presentaties van de G40/G4-leerkringbijeenkomsten raadplegen en ziet u welke Omgevingswetgerelateerde projecten Platform31 uitvoert.
Verbeterdoelen van de Omgevingswet
De Omgevingswet is een bundeling van 26 wetten en regels over ruimtelijke ordening, wonen, infrastructuur, milieu, water en natuur. De Omgevingswet moet verheldering en efficiëntie bieden. Een samenhangende benadering moet leiden tot een goede en duurzame fysieke leefomgeving. Vier verbeterdoelen liggen ten grondslag aan de wetsverandering.
- Het gebruiksgemak verhogen.
Het gebruiksgemak van het omgevingsrecht wordt verhoogd door de Omgevingswet inzichtelijker, voorspelbaarder en gemakkelijker in gebruik is. Alle weten en regels worden onder één wet samengevoegd en er komen zo veel mogelijk algemene regels. - Integrale benadering stimuleren
De Omgevingswet stimuleert een integrale aanpak tussen verschillende sectoren die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Dit leidt tot betere afstemming tussen de verschillende disciplines. Betere integrale afstemming leidt tot versnelde en transparantere processen. - Meer bestuurlijke afwegingsruimte
Decentrale overheden krijgen onder de Omgevingswet meer ruimte voor afweging van de aanvaardbare kwaliteit van de leefomgeving. Onder de huidige wet- en regelgeving is centraal vastgelegd welke normen voor bijvoorbeeld geluid en trillingen toegestaan zijn. Onder de Omgevingswet kunnen gemeenten zelf maatwerk leveren per deelgebied. - Processen versnellen en verbeteren
De termijnen voor besluitvorming van overheden is verkort. Zo is de beslistermijn rondom vergunningverlening verkleind van zesentwintig naar acht weken.