Monitoring en leerprocessen

Publicaties

Werk maken van monitoren en evalueren

Platform31 en Pharos, maart 2020

Deze handreiking biedt een stappenplan en instrumenten om de effecten van integrale aanpakken te volgen, belangrijk voor het leren van koppelprojecten en het verbeteren van toekomstige samenwerking. De handreiking sluit aan bij het bredere stimuleringsprogramma GezondIn, dat gemeenten ondersteunt bij het ontwikkelen van een integrale aanpak voor het verkleinen van gezondheidsverschillen. De publicatie van Platform31 en Pharos biedt praktische handvatten bij het kiezen van geschikte instrumenten om de voortgang en effecten van interventies zichtbaar te maken. Centraal staat een keuzehulp met een eenvoudig stappenplan om doelen en focus van monitoring en evaluatie (M&E) te verhelderen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘lichte’ en ‘zwaardere’ instrumenten, afhankelijk van benodigde expertise en middelen.

Lees verder

Lopende projecten

Evaluatie en monitoring Gezonde Leefomgeving Integrale Aanpak (GLIA)

ZonMw, 2025

Binnen het ZonMw-programma Gezonde Leefomgeving Integrale Aanpak (GLIA) is via lerend monitoren en evalueren van tientallen integrale wijkgerichte projecten geleerd van samenwerking, interacties en uitvoeringsprocessen. De monitoring is gericht op het versterken van de projecten zelf én op het verbeteren van de aanpak als geheel. Er wordt gewerkt met een lerende benadering aan de hand van de Theory of Change, waarbij tussentijdse reflectie en bijsturing centraal staan. Dit helpt om inzicht te krijgen in wat werkt bij het koppelen van opgaven zoals gezondheid, leefomgeving en participatie. Het project draagt bij aan het ontwikkelen van een robuust instrumentarium voor integrale gebiedsgerichte aanpakken.

Lees verder

Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) 

Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie, 2024

Binnen het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is een structurele monitoringsaanpak ontwikkeld onder de noemer ’Meten, Weten, Handelen’. Deze aanpak helpt overheden om de voortgang van klimaatadaptatie-inspanningen te volgen en te verbeteren. Er wordt gemonitord op vier kernvragen: liggen we op schema, op koers, is de aanpak integraal en werken we participatief? De monitoring richt zich op zeven ambities, waaronder het uitvoeren van stresstesten, risicodialogen en het opstellen van adaptatiestrategieën. Gemeenten, provincies en waterschappen leveren zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie aan. De resultaten worden geaggregeerd tot een landelijk beeld, waarmee ook regionale verschillen zichtbaar worden. De aanpak stimuleert kennisdeling en reflectie tussen regio’s. Het doel is niet alleen verantwoording, maar vooral leren en verbeteren. Zo draagt het DPRA bij aan een adaptieve, samenhangende en gebiedsgerichte aanpak van klimaatopgaven.

Uit de voortgangsrapportage over 2023 blijkt onder andere dat de tijdelijke Impulsregeling klimaatadaptatie bijna helemaal wordt benut. Werkregio’s richten zich voor de kwaliteit van de leefomgeving steeds meer op klimaatadaptatie. Aandachtspunten zijn onder andere de toekomstige financiering van klimaatadaptatie in de werkregio’s, onduidelijkheid over de relatie tussen werkregio’s en beleidstafels, en personeelstekorten. Ook vragen werkregio’s voor monitoring zowel om meer centrale coördinatie als om regionaal maatwerk.

Lees verder

Zie ook:

• voortgangsrapportage over 2023 klimaatadaptatie (pdf)

• Tijdelijke impulsregeling klimaatadaptatie