- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier de Wooncoöperatie
- Nieuws over de wooncoöperatie
- Woningcoöperaties zijn in buitenland meer onderdeel van woningmarkt
Woningcoöperaties zijn in buitenland meer onderdeel van woningmarkt
14 april 2025
Door: Frank Wassenberg, Alissa Kerklingh
In Nederland komen wooncoöperaties alleen met zeer veel moeite van de grond. Daarom is het interessant om ook naar buitenlandse voorbeelden te kijken. In dit artikel lichten we interessante cijfers en voorbeelden uit het buitenland uit.
Buitenland brengt inspirerende voorbeelden
Voor Nederland bruikbare referenties komen doorgaans uit de Scandinavische of de Duitstalige landen. De stad Zürich wordt in deze context vaak genoemd als voorbeeld voor wooncoöperaties. De Zwitserse wooncoöperaties vormen een van de meest populaire woonvormen, namelijk zo’n 20% (40.000 wooneenheden) op het totaal aantal woningen in de stad. Het hoge aandeel van het model in de hoofdstad Zürich, de accumulatie aan onderzoek naar Zwitserse cases en de acceleratie van de oprichting van nieuwe en diverse projecten en modellen in Zürich, verklaart deze fixatie. Aldus het boek Coöperatief wonen in Vlaanderen

Globaal overzicht van percentage woningcoöperaties ten opzichte van de totale woningvoorraad (Cera, n.d.)
Verschillende landen, verschillende vormen
Ecorys bracht een vergelijkende studie uit naar wooncoöperaties in vijf landen. In de tabel zijn enkele kerngegevens samengevat. Tussen de 5 en 11 procent van de woningen bevindt zich daar in een wooncoöperatie. Een uitschieter vormt Zweden, maar daar lijkt een wooncoöperatie meer op wat wij een vve zouden noemen. Wooncoöperaties zijn in die landen vooral in de steden te vinden, bestaan vooral uit appartementen die qua grootte tussen huur en koop in liggen. Doelgroepen verschillen enigszins, met een nadruk op mensen met een lager middeninkomen. Huren gebeurt doorgaans door leden van de wooncoöperatie, die zich moeten inkopen. Deze inbreng komt met dividend (rente) weer terug bij vertrek.
Woningen | Woningen in woon- coöperaties | Woningtype | Doelgroep | Entree | |
Denemarken (Andelsbolig) | 2,6 mln | 201.000 (7,4%) | Appartementen Grootte tussen huur en koop in | Tussen huren en kopen | Aankoop lidmaatschap, biedt woonrecht |
Duitsland (Wohnungsbau- genossenschaften) | 41,4 mln | 2,1 mln (5%) | Grootte is gemiddelde huurappartement | Lagere middenklasse | Leden huren, met inkoopaandeel met dividend |
Oostenrijk (onderdeel van Gemeinnützige Bauvereinigungen - GBV) | 4 mln | 438.400 (11%) | Groter dan sociale huur, gelijk aan overige huur | Lagere en middenklasse; jonge gezinnen | Eigen vermogen inbreng, wisselt |
Zweden (Bostadsrätt) | 5 mln | 1,2 mln (24%) | Appartementen tussen huren en kopen in | Middenklasse; jongeren | Leden kopen zich in |
Zwitserland (gemeinnütziger woningen) | 4,6 mln | 193.000 (8,4%) | Stedelijk kleinere woningen | Lage middenklasse | Inkopen aandeel |
Gemeenschappelijke elementen | 5-11% | Stedelijk appartement | Lage middenklasse | Leden kopen zich in |
Vergelijking wooncoöperaties in vijf landen (Ecorys, 2021)
Handvatten voor Nederland
Wooncoöperaties komen in Nederland nauwelijks voor, maar in buurlanden wel. Dat geldt voor de Scandinavische landen en Polen, maar ook voor Duitstalig Europa. Daar heerst het Rijnlandse model, met een accent op eigen inbreng, zeggenschap van inwoners en, anders dan in de Angelsaksische wereld, met meer aandacht voor de toekomst. Woningen moeten niet alleen nu beschikbaar en betaalbaar zijn, maar ook voor toekomstige generaties. In het boek Operatie Wooncoöperatie (2022) beschrijven Arie Lengkeek en Peter Kuenzli de mogelijkheden van wooncoöperaties als derde weg binnen de volkshuisvesting, naast het kopen of huren van een woning.
Operatie Wooncoöperatie richt zich op Duitstalig Europa en geeft hierbij ook een aantal vergelijkingscijfers:
- In Duitsland komen wooncoöperaties in kleine dorpsgemeenschappen voor, maar vaker in steden als München. Ook grote steden als Zürich en Wenen kennen het fenomeen. Lokale overheden ondersteunen er de coöperaties uit fondsen die een breder maatschappelijk doel hebben. Zo legt Zürich wooncoöperaties de voorwaarde op dat ze moeten bijdragen aan huisvesting van mensen met lage inkomens.
- In München woont 5 % van alle bewoners in een Genossenschaft.
- In Oostenrijk is dat 16%, met Wenen als uitschieter met 25%.
- In Zwitserland is 9% van de huizen in een Genossenschaft, en dat is 14% van alle huurwoningen. Hier is Zurich de uitschieter met 20%.
Alle drie de steden kennen een krappe woningmarkt, met hoge prijzen, een (in internationale lijstjes hoog scorend) prettig leefklimaat en een gemengde bevolking. Ze kennen ook een sociale huursector. De Genossenschaften zijn bedoeld voor lagere en vooral middeninkomens; huren zijn er wat hoger dan in de sociale huursector, maar lager dan in de commerciële huursector.
