- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Energiearmoede
- Energiearmoede
Contact
Hannah Tullemans
Energiearmoede
Begin 2022, toen de energieprijzen (mede) vanwege de oorlog in Oekraïne en de inflatie in korte tijd enorm stegen, kwamen veel huishoudens acuut in de problemen. Het vergrootte en verergerde een reeds bestaand probleem: energiearmoede.
Definitie
Wanneer mensen hun energierekening niet of nauwelijks kunnen betalen, of na het betalen van hun energierekening onvoldoende geld overhouden om andere essentiële zaken te bekostigen, spreken we van ‘energiearmoede’. TNO hanteert hiervoor de volgende indicatoren: een laag inkomen in combinatie met een hoge energierekening en/of met een woning van (zeer) slechte energetische kwaliteit.
Voorheen werd een huishouden al ‘energiearm’ aangeduid wanneer zij minstens 10 procent van hun inkomen uitgaven aan energie. De reden waarom niet (meer) wordt gerekend met een percentage van het inkomen is omdat dit huishoudens buitensluit die niet of nauwelijks stoken omdat ze het zich niet kunnen veroorloven. Dit fenomeen wordt ook wel ‘verborgen energiearmoede’ genoemd. Ook kunnen bij de percentage-regel huishoudens ten onrechte worden gerekend die een hele hoge energierekening hebben vanwege een hoog energieverbruik (bijvoorbeeld vanwege het opladen van een elektrische auto, het verwarmen van een zwembad, et cetera) – maar die niet in armoede leven.
RVO maakte, in samenwerking met ervaringswerkers van Sterk uit Armoede een vierdelige podcastserie over leven in energiearmoede.
GGD West-Brabant deed in 2023 een literatuurstudie naar het gedrag van inwoners met energiearmoede en interviewde de gemeente Roosendaal en een woningcorporatie over wat zij tegenkomen en hoe zij omgaan met energiearmoede en een ongezond binnenmilieu. Ook deden 22 ervaringsdeskundigen hun verhaal.
Zie ook: verslag van een inspiratiesessie over de verbinding tussen energiearmoede en gezond binnenmilieu (Atlas Leefomgeving) en journalistiek onderzoek van Movisie naar energiearmoede.
Cijfers
TNO monitort periodiek de omvang van energiearmoede en de kenmerken van energiearme huishoudens en onderzoekt daarnaast ook de stand van de uitvoering van energiearmoedebeleid door gemeenten. Volgens de schattingen van TNO waren er in 2024 510 duizend energiearme huishoudens, wat 6,1% is van het totaal aantal huishoudens in Nederland en een stijging ten opzichte van het jaar ervoor. In 2023 lag dit percentage namelijk op 4,0%. Volgens de metingen uit 2022 was dit nog 7,4%. De verschillende compensatiemaatregelen die in 2023 van kracht waren, zoals de energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen, hebben de groei aanzienlijk geremd. De stijging in 2024 is dan ook voornamelijk te verklaren door het wegvallen van het prijsplafond en de energietoeslag.
Door de sterke stijging van de internationale gasprijs dreigt een verdere toename in energiearmoede. In 2025 heeft TNO ook een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van de stijgende energieprijzen. Bij het slechtste scenario, een stijging van de gasprijs van 20%, zullen naar schatting zo’n 640.000 (7,6%) huishoudens in Nederland in 2025 moeite hebben met het betalen van hun gasrekening. Bij een stijging van de gasprijs van 5% gaat dit om 6,6% van de huishoudens.
Energiearmoede komt in het hele land voor, maar disproportioneel veel in Noord-Groningen, Noord-Friesland en Zuid-Limburg. Ook in steden slaat energiearmoede echter hard toe. Bepaalde wijken in onder andere Rotterdam, Arnhem en Den Haag kennen hoge percentages energiearme huishoudens. In sommige wijken loopt het aandeel energiearme huishoudens op tot wel 30 procent. Kijk op de energiearmoede kaart van TNO voor data over energiearmoede per gemeente. Platform31 deed ook een verkennend onderzoek naar energiearmoede aanpakken aan de randen van het land.
De meerderheid van de energiearme huishoudens, ruim 300.000, woont in een woning met een slecht label. Volgens TNO-cijfers uit 2022 was 88 procent van de energiearme huishoudens huurder; 68 procent bij een woningcorporatie en 20 procent in de particuliere sector; 12 procent woont in een koopwoning. Als we kijken naar de samenstelling van de energiearme huishoudens in 2023 dan gaat het om 53 procent eenpersoonshuishoudens, 16 procent eenoudergezinnen, 18 procent stellen zonder kinderen en 13 procent gezinnen met kinderen.

