Praktijkboek Stedelijke Vernieuwing


Het praktijkboek is dé digitaal groeiende database van inspirerende voorbeelden van stedelijke vernieuwing nieuwe stijl. Het biedt ideeën en inspiratie. Elk voorbeeld belicht de nieuwe opgaven voor stedelijke vernieuwing vanuit andere partijen, rollen en rolopvattingen, (spel)regels en andere vormen van financiering.

Het praktijkboek is meer dan een verzameling van inspirerende praktijkvoorbeelden. Uw zoektocht naar de passende ‘best practice’ voor uw situatie start met het lezen van de inleiding. Hierin duiden wij de beweging binnen stedelijke vernieuwing. Waar kwamen we vandaan, waar gaan we heen en hoe kunnen partijen hiermee omgaan? We onderscheiden vier thema’s die zichtbaar zijn in de ontwikkeling van stedelijke vernieuwing; andere opgaven, rolverdeling, (spel)regels en andere financiering.

De voorbeelden deelden we in naar het thema waarbij in het voorbeeld het zwaartepunt ligt. Op deze manier ontvangt u met een druk op de knop de best practices die zijn gerealiseerd met verrassende financiering of waaraan bijzondere partijen hebben bijgedragen.

Vier invalshoeken

Het Praktijkboek Stedelijke Vernieuwing bundelt kennis en actuele praktijkervaringen van stedelijke vernieuwing nieuwe stijl in een database. De casebeschrijvingen zijn spannend, onverwacht en vernieuwend. Minstens zo belangrijk is dat de praktijkvoorbeelden opschaalbaar zijn, financieel op eigen benen kunnen staan en bijdragen aan de kracht van de stad of regio als geheel. Vanwege haar digitale karakter wordt het praktijkboek continu aangevuld met nieuwe, actuele voorbeelden.

Het Praktijkboek ordent de best practices naar vier invalshoeken. Overigens zijn succesvolle projecten in de praktijk dikwijls innovatief op meer terreinen. De vier invalshoeken zijn:

  1. Verbinden met nieuwe opgaven, zoals ouderenzorg, welzijn, duurzaamheid of bodemkwaliteit. Stedelijke vernieuwing is geen solo-activiteit. Voor elke stedelijke opgave geldt dat de kans op realisatie groter wordt naarmate meer partijen er belang aan hechten. Hoe verbind je thema’s, sectoren en belangen?

  2. Nieuwe partijen en nieuwe rollen. De ‘klassieke’ stedelijke vernieuwing werd aangestuurd door grote partijen als gemeenten en corporaties. Hun rollen zijn veranderd, maar hoe dan? En welke andere, soms verrassende partijen doemen op?

  3. Nieuwe (spel)regels. Hoe ga je om met (knellende?) regels en wat vergt dat van de (spel)regelmaker: de overheid? Waar zitten belemmeringen en wat biedt kansen?

  4. Nieuw geld. Het grote geld van corporaties, ontwikkelaars en ISV is niet meer. Bij welke partijen zit wel geld, en hoe activeer je dat? Wat zijn verrassende nieuwe vormen?