Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid

Na een aanloop van een aantal jaren lanceren ministers De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde) en Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) in juli 2022 het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). In dit programma werken de ministeries van BZK, J&V, OCW, SZW en VWS samen aan een integrale gebiedsgerichte aanpak. De centrale doelstelling van het NPLV is om de leefbaarheid en veiligheid in de meest kwetsbare gebieden van Nederland in 15 tot 20 jaar op orde te brengen en het perspectief van de bewoners te verbeteren. Het Rijk selecteert 20 stedelijke focusgebieden (in 19 steden) waar ze samen met gemeenten en stedelijke partners een langjarige aanpak opzet. Het NPLV is opgebouwd langs vier actielijnen:

  1. Integrale aanpak: een samenhangende integrale aanpak met regie en een solide juridische basis.
  2. Woningen en wijken: verbeteren van slechte woningen en zorgen voor meer gemengde wijken.
  3. Meedoen: zorgen dat meer bewoners kunnen meedoen in de samenleving.
  4. Veiligheid: investeren in preventie jeugdcriminaliteit en weerbaarheid.
nplv

20 focusgebieden

Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid richt zich op 20 stedelijke focusgebieden die geografisch over heel Nederland verspreid liggen en waar in totaal ruim 1,2 miljoen mensen wonen, namelijk: Leeuwarden-Oost, Groningen Noord, Arnhem Oost, Heerlen Noord, Breda Noord, Eindhoven Woensel-Zuid, Tilburg Noordwest, Schiedam Nieuwland-Oost, Rotterdam-Zuid, Den Haag Zuidwest, Amsterdam Zuidoost, Amsterdam Nieuw-West, Zaandam Oost, Lelystad Oost, Utrecht Overvecht, Nieuwegein Centrale-As, Vlaardingen West, Delft West, Dordrecht West en Roosendaal-Stad.

3e generatie wijkaanpak?

Gezien de ambitie om het NPLV minimaal 15 jaar vol te houden, zou kunnen worden gesproken van een derde generatie van wijkgericht beleid, na de stadsvernieuwing (1970-1995) en stedelijke vernieuwing (1995-2012). Onderstaande figuur laat zien hoe accenten in de loop der tijd zijn verlegd bij de ideevorming over en de organisatie en invulling van wijkgericht beleid.

wijkaanpak
(klik voor vergroting)

Er gebeurt in de 20 geselecteerde focusgebieden al heel veel vanuit allerlei beleidsdomeinen. Met behulp van het NPLV wordt zowel op lokaal niveau (tussen gemeente en gebiedspartners) als op rijksniveau (tussen vijf ministeries) gezocht naar gebiedsgerichte samenhang tussen sectorale interventies en worden toezeggingen gedaan om toekomstige budgetten te bundelen en (deels) te richten op de focusgebieden. In 2022 spreken de 19 gemeenten en Rijk daarom af zich te verbinden aan de vier actielijnen, dat partijen zich committeren aan een langjarige inzet voor 15-20 jaar, dat onder aanvoering van de burgemeester een publiek-private alliantie wordt georganiseerd en dat deze alliantie een integraal gebiedsplan voor het stedelijk focusgebied opstelt. Het gebiedsplan bevat een analyse van wat er aan de hand is, benoemt de doelstellingen en de opgaven die daarbij horen, geeft inzicht hoe en waarbij bewoners worden betrokken en dat er een systeem van monitoring wordt opgezet. Het gaat om additionele, samenhangende maatregelen op fysiek, sociaal en veiligheidsgebied. Ook organiseert elke lokale alliantie een onafhankelijk programmabureau, dat over de verschillende domeinen heen werkt.

Bij aanvang van het NPLV in 2022 heeft het interbestuurlijke programma nog geen interbestuurlijk budget (ook wel ‘ontschot budget’ genoemd). Wel volgt kort na de lancering van het NPLV financiering voor de actielijnen ‘wonen en wijken’ en ‘veiligheid’, respectievelijk via het Volkshuisvestingsfonds (van ministerie van BZK) en ‘Preventie met gezag’ (van ministerie van J&V). Naast de stedelijke focusgebieden uit het NPLV komen ook enkele gebieden buiten het NPLV hiervoor in aanmerking. In 2023 komt wél interbestuurlijk budget vrij, namelijk voor de actielijn ‘meedoen’. De integrale SpUk (specifieke uitkering) ‘Kansrijke wijk’ moet zorgen voor samenhang tussen geldstromen van SZW, OCW, BZK en VWS. Dit budget wil een samenhangende werkwijze stimuleren om problemen rondom onderwijs, armoede en schulden, re-integratie, gezondheid, ontwikkeling van het jonge kind en veerkracht en weerbaarheid van bewoners in de 20 kwetsbare stedelijke gebieden aan te pakken. Het gaat om gebundelde geldstromen van in totaal € 257 miljoen van de ministeries van SZW, OCW, BZK en VWS. Deze samenwerking tussen ministeries zorgt voor een lichtere administratieve druk voor de focusgebieden, aangezien er maar één aanvraag hoeft te worden ingediend voor zes beleidsdomeinen.

Ook wordt vanuit het Volkshuisvestingsfonds (BZK) per focusgebied 500.000 euro gereserveerd om tussen 2023-2026 het afgesproken programmabureau te financieren. Daarnaast worden in 2023 nieuwe regiodeals ontwikkeld om een deel van de brede gebiedsgerichte aanpak te financieren, zoals bijvoorbeeld voor Rotterdam Zuid (30 miljoen euro) en Den Haag Zuidwest (19 miljoen euro).

Het denken en doen gaat door

Na een beleidsvacuüm van 10 jaar is leefbaarheid en wijkaanpak dus terug op de beleidsagenda. Als het lukt om de hoge, maar vooral ook langjarige ambities van het NPLV – dat meerdere kabinetsperioden moet overstijgen – waar te maken, kan het programma uitgroeien tot de derde generatie wijkaanpak. De aanpak zal echter grotendeels in de praktijk worden uitgevonden. Hoewel er al veel kennis en inzicht over werkzame elementen voorhanden is, gaat het denken én het doen de komende jaren volop door. We moeten in de praktijk leren wat écht werkt om de inwoners van kwetsbare wijken perspectief te bieden op een betere toekomst.

wijkenbeleid