- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Stedelijke vernieuwing
- Praktijkvoorbeelden stedelijke vernieuwing
- NPRZ pakt onderwijsachterstanden aan op Zuid (Rotterdam)
Contact
Deel deze pagina via
NPRZ pakt onderwijsachterstanden aan op Zuid (Rotterdam)
Kinderen die opgroeien in Rotterdam-Zuid halen minder goede cijfers dan kinderen in de rest van Rotterdam. Sinds 2012 werkt het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) hard om het onderwijsniveau op te trekken naar het gemiddelde van de G4. Het gat met de G4 op de CITO-Eindtoets score en het referentieniveau van leerlingen nam de laatste jaren af. De laatste voortgangsrapportage (2019) laat zien dat het gat weer iets toeneemt, maar het 2021-doel (25 procent van verschil t.o.v. G4 overbrugd) is nog steeds haalbaar.
Binnen het NPRZ werkt de gemeente Rotterdam samen met maatschappelijke partners en het Rijk om op lange termijn problemen aan te pakken in zeven focuswijken. “Het onderwijsniveau ligt lager, maar ook de gemiddelde CITO-score ligt in Rotterdam Zuid lager en het percentage schoolverlaters is hoger”, zegt Astrid Kroos van het NPRZ. “We richten ons nu op de uitstoom van kinderen van de basis- en middelbare school, zodat uiteindelijk minimaal de helft van de kinderen een niveau hoger doorstroomt.”
Extra naar school
Dat kinderen lager scoren dan gemiddeld in Rotterdam-Zuid, heeft te maken met de samenstelling van de bevolking, de kwaliteit van de woningvoorraad en het onderwijs. Maar ook ondermijnende criminaliteit speelt een rol. Op verschillende manieren richt het NPRZ-programma zich op verbetering van het onderwijs. Kinderen krijgen bijvoorbeeld tien uur extra les per week. Dertig scholen krijgen hiervoor extra geld. Ook worden ouders meer betrokken. Kroos: “Het is niet vanzelfsprekend dat ouders naar tien-minutengesprekken komen. Daarom investeren we in bondgenootschappen tussen ouders en scholen.” Een ander instrument is mentorschap: jaarlijks fungeren zo’n 1.100 hbo-studenten als mentor en helpen zij leerlingen in Rotterdam-Zuid met huiswerk en bij sociale problemen.
Scholen die het goed doen, hebben vaak een specifiek profiel en onderwijsconcept. Dat is een reden om andere, minder sterke scholen ook hier naartoe te bewegen. Koos van Dijken, projectleider bij Platform31, benadrukt het belang van variatie in onderwijs; gemeenten moeten scholen hiertoe uitdagen. Het NPRZ zoekt bovendien mogelijkheden om het salaris te verhogen van leraren die goed kunnen omgaan met kinderen met zware bagage.
Doorstromen naar werk
“Veel jongeren kiezen voor opleidingsrichtingen met minder perspectief op werk”, vertelt Kroos. “Daarom besteden we veel aandacht aan loopbaanoriëntatie.” Met AanDeBak-garanties beweegt het NPRZ-programma jongeren naar opleidingen in de zorg en techniek, waarvan werkgevers garanderen dat jongeren met diploma’s uit Rotterdam-Zuid een baan krijgen. “Tot nu toe wordt nagenoeg iedereen geplaatst. Wanneer dat niet lukt, bemiddelen we door totdat het wel lukt”, zegt Kroos van het NPRZ.
De investeringen in het onderwijs compenseren deels wat thuis niet aan de kinderen wordt geboden. Daarom probeert het programma ook bij mensen thuis te komen. “We willen gezinnen preventief bereiken”, legt Kroos uit. “Maar kant-en-klare oplossingen bestaan niet en samenwerking gaat niet vanzelf. Het is dus niet vanzelfsprekend dat we deze ouders spreken.”
Het bereik van jeugdzorg ligt volgens Kroos in Rotterdam-Zuid lager dan in de rest van Rotterdam en het systeem werkt verstikkend. “De wijkteams richten zich vooral op zware gevallen. Bovendien mag uitwisseling van informatie in zorgnetwerken alleen met toestemming van de cliënt. Dit soort zaken maakt een preventieve aanpak moeilijk.”
Brug naar de toekomst
Het NPRZ-programma ontwikkelde de methodiekkaart ‘Brug naar een positieve toekomst’. De methodiek moet zorgen dat mensen hun leven organiseren en vaardigheden aanleren binnen vijf pijlers: geld, werk, opvoeding, welbevinden en huis. “Via de methode voeren we gesprekken over het maken van positieve keuzes en kijken we samen hoe we die keuzes kunnen realiseren”, vertelt Kroos. Op termijn moeten alle professionals in Rotterdam Zuid met de kaart werken, na een evaluatie van de werkwijze.
Hoewel de eerste resultaten nu zichtbaar worden, benadrukt Kroos dat de brede aanpak op Rotterdam Zuid om een lange adem vraagt: “Het gaat al wat beter met de scholen, maar dat is niet genoeg. Een veilige buurt, werk voor volwassenen en een goede thuissituatie zijn essentieel om te zorgen dat de investeringen die we doen in onderwijs gaan renderen.”
Dit praktijkvoorbeeld is onderdeel van het magazine Vooruit met de wijk! (februari 2019)