Het tripartite-overleg in Maastricht

Good Practice thema Woonvisie en prestatieafspraken


Werkwijze voor de prestatieafspraken afgesproken

In Maastricht zijn de 3 partijen (gemeente, 3 corporaties en 3 huurderverenigingen) het gesprek aangegaan over de werkwijze voor de prestatieafspraken. Ook lieten de gemeente en de corporaties een onderzoek uitvoeren naar de manier waarop de huurdervertegenwoordiging wil en kan deelnemen. Op basis daarvan stelde Maastricht zij de werkwijze op voor de prestatieafspraken.

De afspraken voor 2016 zijn nog volgens de oude werkwijze vastgesteld. In december 2016 ondertekenen de partijen voor het eerst de gezamenlijke prestatieafspraken (voor 2017). Deze prestatieafspraken worden gekoppeld aan een packagedeal voor de nog openstaande projecten van de wijkenaanpak. Het jaar 2016 is een proefjaar voor deze nieuwe werkwijze.

Woonvisie

De huidige woonvisie (Lokale Woonagenda Maastricht) is de basis voor het bod van de corporaties. Deze moeten de woonvisie in samenhang zien met enkele andere beleidsstukken. De Structuurvisie Wonen Zuid Limburg is het kader voor afspraken over regionale aspecten. De woonvisie is begin 2016 ter inzage gelegd en wordt waarschijnlijk voor de zomer vastgesteld. Voor de woningbouwprogrammering wordt een apart raadsstuk voorbereid (behandeling 22 maart 2016).

In de huidige lokale woonvisie is geen uitspraak gedaan over 3 punten: het geografisch werkgebied van de corporaties (in provinciaal verband), het splitsen van bezit DAEB en niet-DAEB, en (in samenhang daarmee) de bouw van (middel-)dure huurwoningen door corporaties. Maastricht stelt daarom nog een visie op over deze 3 punten.

Maastricht evalueert eind 2016/begin 2017 of ze de woonvisie wil actualiseren, of integraal wil herzien.

Thema’s prestatieafspraken

De prestatieafspraken worden gemaakt op basis van 5 thema’s. Deze thema’s zijn opgenomen in de Woonvisie.

Thema 1: Betaalbaarheid & duurzaamheid
Thema 2: Wonen & zorg
Thema 3: Beschikbaarstelling & Woonruimteverdeling
Thema 4: Doe democratie & eigen kracht
Thema 5: Woonmilieus.

Werkwijze themagroepen

Voor ieder thema is een andere bestuurder verantwoordelijk. Hij/zij is trekker van de themagroep. Aan de themagroepen nemen de gemeente, de corporaties en de huurdervertegenwoordiging deel. De resultaten per themagroep worden besproken in het BOWW (Bestuurlijk Overleg Wonen en Wijken). Dat is een bestaand overleg tussen de gemeente en de drie corporaties. De huurderverenigingen schoven na het vaststellen van de werkwijze aan. De themagroepen waren namelijk al gestart voor de vaststelling van de vernieuwde Woningwet.

Het BOWW evalueert het proces in mei 2016. Dat is ook het moment voor de corporaties om een voorstel uit te brengen op de thema’s voor 2017. Dit bod moeten zij immers voor 1 juli bij de gemeente, de huurdervertegenwoordiging en de minister aanleveren. De 3 huurderverenigingen zullen hun advies over het bod van hun corporatie met elkaar afstemmen.

Uitwerking bod

De corporatie moet vanuit de wet haar huurdersvertegenwoordiging en de gemeente verzoeken om een gesprek. Maar omdat de partijen al gezamenlijk een procedure hebben afgesproken, is dit alleen een formaliteit. De huurdersverenigingen komen met een advies en stemmen deze vooraf met elkaar af. Tussen 1 juli en 15 december werken de gemeente, de corporaties en de huurdervertegenwoordiging de details van de prestatieafspraken uit.

Deelname huurdersvertegenwoordiging

De 3 huurdersverenigingen committeerden zich aan intensieve samenwerking met de corporaties en de gemeente. In overleg besloten de verenigingen zich te richten op 3 van de 5 thema’s: betaalbaarheid & duurzaamheid, wonen & zorg en de woonruimteverdeling. Om zo goed mogelijk te kunnen meedenken en meetekenen, worden ze per onderwerp ondersteund door een materiedeskundige van de Woonbond. Mogelijk richten zij zich na 2016 ook op de andere thema’s.

Toen na de vernieuwde Woningwet (1 juli 2015) de werkwijze werd vastgesteld, waren de themagroepen al gestart. De deelnemende huurders kregen de laatste informatie, zodat ze zich konden inlezen en deelnemen aan de eerstvolgende activiteit. In het vervolg worden ze vanaf het begin betrokken. Een belangrijke afspraak is dat iedereen in het proces over dezelfde informatie beschikt.

Meer informatie: pierre.vanderbroeck@maastricht.nl