Praktijkvoorbeelden

Kennisdossier Lokaal Woonwagenbeleid

Bewonersparticipatie, vertegenwoordiging en communicatie

Arnhem: Niet over ons maar met ons gepraat

Zo hebben bewoners in Arnhem de Huurdersvereniging Woonwagenbewoners Arnhem (HWA) opgericht. In de woonwagengemeenschap van Arnhem leefde lange tijd het gevoel niet gehoord te worden door de gemeente. De belangrijkste wens van de woonwagenbewoners was om in familieverband samen te leven, maar de toename van het aantal standplaatsen liet op zich wachten. In de Arnhemse woonwagengemeenschap bestond ook de wens om een serieuze gesprekspartner te zijn van de gemeente en de corporaties en daarom is gekozen voor de vorm van een huurdersvereniging. HWA praat nu mee over de stedelijke woonvisie en onderhandelt mee in de prestatieafspraken.

De afgelopen vijf jaren is er in Arnhem veel veranderd. In 2016 is gemeente Arnhem officieel van het ‘afbouwbeleid’ afgestapt. Nu is er een overlegstructuur en zijn er op regelmatige basis gesprekken tussen de gemeente en de woonwagengemeenschap. “Er wordt nu niet over ons, maar met ons gepraat”, aldus voorzitter Tonnie Bosvelt. Zo heeft de HWA in 2015 input geleverd voor de gemeentelijke woonvisie. Ook heeft de gemeente in 2017 de opdracht gegeven tot het doen van een woonbehoeftenonderzoek (pdf), dat is uitgevoerd door het Huurdershuis in samenwerking met de woonwagenbewoners.

Jeugdwerk als de ‘brug’ in Eindhoven

In Eindhoven is op initiatief van de gemeente een klankbordgroep samengesteld die bestaat uit vertegenwoordigers van alle vijftien woonwagenlocaties in de stad. Ook dankzij de inzet van jeugdwerk is gewerkt aan het aanhalen van de banden met de woonwagengemeenschap. Het jeugdwerk fungeert als een brug richting de woonwagengemeenschap. Een jeugdwerker merkt in zijn werk op dat er bijkomende positieve gevolgen zijn van intensief contact met bewoners: ze komen eerder naar hem toe met een hulpvraag, en zijn ook makkelijker bereid een melding te maken van zaken die spelen binnen de gemeenschap. Hij zit in zijn werk het toekomstbeeld van bewoners centraal en met name die van de kinderen. Dit sluit volgens hem aan bij de waarden en normen van woonwagenbewoners, waar familie op de eerste plaats komt. De gesprekken tussen de gemeente en de klankbordgroep worden open en eerlijk gevoerd. Soms knettert het, maar het gesprek loopt. De gemeente zet zich bewuster in om het beheer van de locatie op orde te houden en beschouwt dit ook als randvoorwaarde voor goed contact en vertrouwen van de bewoners.

Woonwagenbelangen Amsterdam

Ook in Amsterdam is er sprake van een positieve ontwikkeling in het contact tussen de woonwagengemeenschap, vertegenwoordigd door Woonwagenbelangen Amsterdam (WWBA), en de gemeente. WWBA is in 2009 opgezet op initiatief van Sabina Achterbergh (voorzitter Vereniging Sinti Roma Woonwagenbewoners Nederland) en is sindsdien gesprekspartner van de gemeente. Met ondersteuning van adviesorganisatie voor bewoners Woon! heeft WWBA haar standpunten op papier gezet en treedt zij in periodiek overleg met de gemeente. Zo heeft WWBA recentelijk onder andere meebeslist over de opzet van het woonbehoeftenonderzoek – van de opzet van de vragenlijst tot de keuze voor het onderzoeksbureau Labyrinth Onderzoek & Advies. Ook praat WWBA mee over het gemeentelijke beleidsstuk over woonwagenbeleid, dat begin 2020 wordt gepubliceerd. M. Schmidt, secretaris bij WWBA, geeft aan dat er wat hem betreft nog veel werk te verzetten is, maar dat hij een positieve ontwikkeling ziet in de relatie met de gemeente.

De basis op orde

Voor een goed functionerend mensenrechten-proof woonwagenbeleid is het nodig om de sociaal-fysieke en bestuurlijk-organisatorische basis op orde te brengen.

De fysieke basis op orde (kwaliteit leefomgeving, beheer en onderhoud)

De kwaliteit van de fysieke woon- en leefomgeving is een belangrijke basis in het lokale woonbeleid, zo ook in het woonwagenbeleid. We hebben verschillende voorbeelden gezien van gemeenten en corporaties die zelf aangaven dat zij hierin de afgelopen jaren tekort zijn geschoten. Het gaat om onvoldoende en gebrekkig onderhoud aan huurwoonwagens, huurstandplaatsen en de openbare ruimte op woonwagenlocaties. Ook is op sommige locaties, in een context van gebrekkig toezicht en beleid door gemeenten, illegale bebouwing verrezen. ‘’Je ziet dat mensen zelf hebben aangebouwd, om er toch het woonwagengevoel aan te geven’’, aldus Jan Rouwkema (bewoner/beheerder de Kring, Groningen).

Still video woonwagenbeleid

Voor de benodigde verbeterslag zijn verschillende partijen aan zet. Het beleidskader vraagt van gemeenten om hun verantwoordelijkheid te nemen voor het beheer van de openbare ruimte en voor het toezien op naleving van bouwregelgeving, net zoals zij dat in reguliere wijken doen. Corporaties wordt gevraagd zich te houden aan hun verplichtingen met betrekking tot fysiek beheer van hun eigen vastgoed en directe woonomgeving. Bewoners hebben zelf ook een verantwoordelijkheid, namelijk het netjes houden en omgaan met hun leefomgeving en het naleven van gemeentelijke wet- en regelgeving.

De sociaaleconomische basis op orde (contact, actieve betrokkenheid, en sociale problematiek)

Contact, actieve betrokkenheid en wederzijds vertrouwen zouden altijd de basis moeten zijn voor beleid. Voor het maken van goed lokaal beleid is het essentieel om met elkaar in gesprek te komen en elkaars behoeften en standpunten te kennen. Op verschillende plekken investeren zowel gemeenten als bewoners in een blijvende overlegstructuur. Bewoners worden betrokken en zetten zich op hun beurt actief in.

In verschillende gemeenten, waaronder Apeldoorn, zagen we hoe de gemeente de relatie met de woonwagengemeenschap heeft aangehaald. Tijdens een locatiebezoek gaf een vertegenwoordiger van de lokale woonwagengemeenschap aan de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling in de relatie met de gemeente te zien. Zo komen de ontmoetingen en gesprekken op gang. Dit is een goede opstap voor het versterken van de onderlinge vertrouwensrelaties en een goede basis voor het nieuwe beleid.

In gesprekken met woonwagenbewoners ontstaat ruimte voor uiteenlopende wensen, behoeften en hulpvragen betreffende sociale problematiek; gezondheid, schoolverzuim, laaggeletterdheid, werkloosheid, veiligheid en ondermijning. Gemeenten hebben een verantwoordelijkheid voor deze sociale problematiek. Die zorgplicht pak je op met sociale professionals door maatwerk te bieden. In Groningen is door de gemeente bijvoorbeeld een overlegstructuur gevormd met stakeholders uit de omgeving. Er is periodiek overleg met onder meer de GGD, de basisschool, lokale sportverenigingen en andere maatschappelijke partners. Deze groep heeft de aanpak van de sociale problematiek tegen het licht gehouden en aangescherpt.

Wat we overigens ook zien is dat woonwagenbewoners een leefstijl hebben waarin ze voor elkaar zorgen. Het samenleven in familieverband is onderdeel van de cultuur van woonwagenbewoners. ‘’En de sociale controle is heel hoog. We letten op elkaar en helpen elkaar als iemand in de problemen zit”, aldus Rouwkema.

De bestuurlijk-organisatorische basis op orde (bezieling, bemensing en beleid)

Het beleidskader stelt dat gemeenten de regie moeten voeren en het mensenrechten-proof woonwagenbeleid een vaste plek moeten geven in het lokale volkshuisvestelijk beleid. Voor de invulling van deze maatschappelijke rol wordt van gemeenten verwacht dat ze betrokken zijn, weer meer zelf doen en daarom de eigen organisatie op orde brengen. Uit verschillende praktijkvoorbeelden blijkt dat veel gemeenten zich inspannen om te zorgen dat het nieuwe beleid landt binnen de gemeentelijke organisatie. Het zorgt voor draagvlak als een wethouder zich verantwoordelijk maakt, een positieve boodschap uitdraagt en betrokken is bij het beleid. “Diversiteit in woonvormen geeft kleur en maakt een stad leuker. Het geeft ons als samenleving rijkdom en dat moeten we koesteren.”, zegt de bevlogen Groningse wethouder Roeland van der Schaaf. Hij gaat bijvoorbeeld graag het gesprek aan met woonwagenbewoners en zorgt dat het onderwerp goed vertakt is binnen de eigen organisatie: ‘’Door naar de locaties toe te gaan en te praten met de doelgroep is er bij mij een gevoel ontstaan. Ik nodig en draag uit dat er in Groningen aandacht is voor deze doelgroep en ruimte voor hun bijzondere woonvorm.”

Een bijzondere aanpak met een lange traditie, al van voor het beleidskader, komt uit Groningen. Gemeente Groningen heeft Bureau Woonwagenzaken in 2000 opgericht. Toentertijd was het doel om fysiek, vergunning technisch en sociaal de basis op woonwagenlocaties op orde te brengen. Het Bureau is later overgegaan in afdeling ‘Bijzondere Woonvormen’, een aparte gemeentelijke afdeling in de stad die zich bezighoudt met allerlei woonvormen zoals tiny houses, stadsnomaden, recreatiewoningen, woonboten en dus ook woonwagens. Het team Bijzondere Woonvormen bestaat uit een inhoudelijk specialist, projectsecretaris en twee beheerders (die ook op de locatie wonen). Ze onderhouden een goede relatie met de bewoners. En dat werpt zijn vruchten af, vindt ook wethouder Roeland van der Schaaf. ‘’We hebben het goed georganiseerd en dat biedt helderheid, het is goed vertakt in de organisatie. Het staat en valt met de betrokkenheid van medewerkers.’’, aldus wethouder van der Schaaf.

’Fysiek’ en ‘sociaal’ verweven: de basis op orde

Hoewel het beleidskader zich strikt richt op de fysieke kant van het wonen in woonwagens, valt op dat gemeenten die echt grote slagen hebben gemaakt, inzetten op een verweven aanpak van fysiek en sociaal. Op veel woonwagenlocaties zijn, tegen de achtergrond van relatief afwezige en nalatige overheden, verschillende soorten achterstanden en onrechtvaardigheden ontstaan. Dit werkt niet alleen door in de kwaliteit van de leefomgeving, maar ook in de sociaaleconomische positie van de bewoners en in het contact en vertrouwen tussen bewoners en instanties. Om die reden kiezen veel gemeenten voor een aanpak die recht doet aan deze verschillende vraagstukken. Daardoor kunnen de achterstanden die de afgelopen jaren zijn ontstaan, worden ingehaald. Om deze basis op orde te brengen is een actieve inzet en onderling vertrouwen nodig tussen gemeenten, woningcorporaties en bewoners.

Uit verschillende voorbeelden blijkt hoe een fysieke aanpak op woonwagenlocaties verweven is met de sociale aanpak. Denk bijvoorbeeld aan Beukbergen in Zeist. Zo’n tien jaar geleden is de gemeente Zeist gestart met grootschalige herinrichting van woonwagenlocatie Beukbergen, die met 220 standplaatsen de grootste is in Europa. Samen met de bewoners en woningcorporaties is de gemeente aan de slag gegaan om het gebied te herinrichten. De fysieke aanpak heeft een interessant relationeel resultaat opgeleverd, zo blijkt ook uit onderzoek van RIGO. Door de intensieve fysieke renovatie zijn de banden en contacten tussen bewoners van Beukbergen en betrokken organisaties aangehaald. De verweven aanpak, met de fysieke herinrichting en hecht onderling contact met wederkerig vertrouwen, is essentieel gebleken voor het succes van een praktische toepassing van mensenrechten-proof woonwagenbeleid.