- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Woningmarkt
- Kennisdossier Lokaal woonwagenbeleid
- Veelgestelde vragen: woonwagenbeleid
- Vraag en antwoord woonwagenbeleid
Inhoud kennisdossier
Verdieping
Dit dossier is mogelijk gemaakt door G40, werkgroep Woningmarkt.
Vraag en antwoord woonwagenbeleid
Mensenrechtelijk kader
Inhoudsopgave kennisdossier
Vraag 2c: Welke andere ontwikkelingen en instanties zijn bepalend geweest voor de mensenrechten van woonwagenbewoners?
Het nationale mensenrechteninstituut, het College voor de Rechten van de Mens (het College), de Nederlandse rechtbank en de hoogste bestuursrechter, de Raad van State (RvS), spelen een belangrijke rol in de uitleg van het recht op gelijke behandeling in relatie tot woonwagenbewoners, door in individuele gevallen te oordelen of gemeenten en woningcorporaties het recht op gelijke behandeling voldoende eerbiedigen.
Het College
Het College voor de Rechten van de Mens (CvRM) beschermt, belicht en bevordert de mensenrechten in Nederland. Dit doet zij door onderzoek, advies en voorlichting. Zo heeft het College in 2018 het ‘Advies inzake Woonwagen- en standplaatsenbeleid’ uitgebracht, dat voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken een belangrijke bouwsteen was in het opstellen van het beleidskader. In individuele gevallen oordeelt het College of er sprake is van discriminatie. Ze doet zes a zeven oordelen over woonwagenbeleid per jaar. Deze oordelen zijn niet bindend, maar de rechten op basis waarvan het College toetst zijn dat wel.
Voor het nationale niveau hebben de oordelen van het College echt het verschil gemaakt. Het is pas hierdoor dat zichtbaar is geworden dat het beleid in Nederland strijdig was met mensenrechten, niet de uitspraken van het EHRM. Op nationaal niveau heeft het College voor de Rechten van de Mens voor het eerst in 2014 geoordeeld dat gemeentelijk beleid dat gericht is op het laten verdwijnen van woonwagenbewoning (zogenaamd ‘uitsterfbeleid’), in strijd is met het verbod op discriminatie. In latere oordelen heeft het College duidelijk gemaakt dat woonwagenbewoners uitzicht moeten hebben op een woonwagenstandplaats binnen afzienbare tijd. Uitspraken van de nationale rechters bevestigen deze lijn.
Zo heeft het College op 24 januari 2018 een oordeel geveld dat woonwagenbewoners een eigen culturele identiteit hebben en daarom recht hebben op huisvesting. Volgens het College was er onder andere sprake van discriminatie door de woningcorporatie, omdat de woonwagenbewoners niet de keuze kregen om te blijven wonen in een ‘woonwagen’ (van hout en op wielen) of in de door de corporatie voorgestelde ‘woonwagenwoning’ (van steen).
De Nederlandse rechtbank
In navolging hierop wees de rechtbank in Gouda op 10 januari 2019 de vordering tot ontruiming van de woonwagenlocatie af wegens strijd met de artikelen 8 (recht op eerbiediging van privé familie- en gezinsleven) en 14 (verbod op discriminatie) van het EVRM en artikel 7a AWGB (verbod op rassendiscriminatie). Volgens de kantonrechter kon de woningcorporatie de rechtbank er niet van overtuigen dat de voorgestelde woningen gelijk zijn aan woonwagens. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat bij het aanbieden van alternatieve huisvesting de woonbehoefte van woonwagenbewoners niet gelijk is aan die van bewoners van reguliere woningen. Het woonwagenleven is namelijk dermate specifiek dat eenzelfde woongenot alleen mogelijk is in een woonwagen.
Verder lezen?
- Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (juli 2018), Beleidskader gemeentelijke standplaatsen- en woonwagenbeleid.
- College voor de Rechten van de Mens (2018), Advies inzake woonwagen- en standplaatsenbeleid (pdf).
- Nationale Ombudsman (2017), Woonwagenbewoners zoekt standplaats. Een onderzoek naar de betrouwbaarheid van de overheid voor woonwagenbewoners. Rapportnummer 2017/060.
Verder lezen in jurisprudentie?
- Winterstein/Frankrijk, 2013, par. 148. In dit arrest staan alle belangrijke algemene beginselen opgesomd. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (juli 2018), Beleidskader gemeentelijke standplaatsen- en woonwagenbeleid (pdf)
- Oordeel College voor de Rechten van de Mens op 24 januari 2018
- Uitspraak rechtbank Gouda op 10 januari 2019.
Deel deze pagina