Brede Welvaartsindicator (BWI)

De Brede Welvaartsindicator (BWI) 2019 van de Universiteit Utrecht en Rabobank laat de regionale verschillen zien in brede welvaart. De BWI is een integrale graadmeter die inzicht geeft in de ontwikkeling van brede welvaart in Nederland. Anders dan het bruto binnenlands product (BBP) per hoofd van de bevolking, meet en weegt de BWI niet alleen de economische situatie, maar ook andere factoren die de welvaart bepalen, zoals zeker zijn van een baan, onderwijs, gezondheid, milieu, huisvesting, veiligheid en welzijn.

De BMI meet (voor de periode 2003-2018) elf dimensies die de brede welvaart van Nederlanders indexeert. De verschillende dimensies hebben zich de afgelopen paar jaar heel anders ontwikkeld. De dimensies subjectief welzijn, materiele welvaart en vooral arbeid zijn de afgelopen jaren gestegen. Dit kan verklaard worden door de stijgende tevredenheid onder de bevolking, het toegenomen huishoudinkomen en de dalende werkloosheid. Hier staat tegenover dat de balans tussen werk en privé is afgenomen en ook de woontevredenheid is de afgelopen jaren gedaald.

Binnen Nederland bestaan er grote verschillen in brede welvaart tussen regio’s: stedelijke gebieden lopen hierin achter op landelijke gebieden. Dit wordt vooral veroorzaakt door een relatief hoge werkloosheid, de grotere onveiligheid en mindere milieuomstandigheden in steden. De meer landelijke regio’s doen het over het algemeen een stuk beter.

Download

Rogier Aalders, Sjoerd Hardeman, Otto Raspe (RaboResearch, Rabobank) en Bas van Bavel, Tanja van der Lippe, Auke Rijpma, Erik Stam (Universiteit Utrecht), Brede Welvaartsindicator (pdf), Universiteit Utrecht en Rabobank, juni 2019.