- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Bevolkingsdaling
- Publicaties over krimp (2022-2006)
- Lerende evaluatie Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Inhoud
- Bevolkingsdaling: wat is het?
- Beleid voor bevolkingsdaling: een korte geschiedenis
2.1 De krimp bestrijden
2.2 Bewustwording: Eerste Actieplan Bevolkingsdaling – 2009
2.3 Programmering en uitvoering: Tweede Actieplan Bevolkingsdaling – 2016
2.4 Provincies
2.5 Gemeenten - Bevolkingsontwikkeling en prognoses
3.1 Inleiding
3.2 Drijvende krachten achter bevolkingsontwikkeling
3.3 Bevolkingsontwikkeling in Nederland
3.4 De zeggingskracht van prognoses
3.5 Onwaarschijnlijkheden en scenario’s
3.6 Conclusie - Ontwikkelingen per domein
4.1 Wonen
4.2 Gezondheid en zorg
4.3 Onderwijs
4.4 Regionale economie en arbeidsmarkt
4.5 Bereikbaarheid - Praktijkvoorbeelden
5.1 Aanpak huisartsentekort
5.2 Toekomstgericht bouwen in Biggekerke
5.3 Zelfrijdende shuttlebus bij Ommelander ziekenhuis
5.4 Toekomst wonen in Beltrum
5.5 Gefaseerde strategie voor de herontwikkeling van Rolduckerveld
Contact
Lerende evaluatie Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Het streven naar betere samenwerking tussen verschillende overheden voor een economisch sterker, leefbaarder en duurzamer platteland begint vruchten af te werpen, maar het blijkt in de praktijk nog kwetsbaar. Dat constateren het PBL en het Athena instituut van de VU op basis van de lerende evaluatie van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland, een van de programma’s die zijn opgezet om de interbestuurlijk samenwerking tussen de vier overheden te versterken in de aanpak van grote maatschappelijke opgaven.
In het landelijk gebied komen veel uitdagingen samen: de energietransitie, stikstof, natuur, biodiversiteit, waterberging. Op nationaal niveau worden daarvoor beleidsmatige kaders gesteld, de uitvoering op gebiedsniveau vereist samenhang in de aanpak en samenwerking tussen overheden. De manier waarop die uitdagingen samenkomen is in elk gebied anders, waardoor per gebied maatwerk nodig is. Dat vraagt om een werkbare combinatie van samenwerken, inhoudelijke kaders bepalen en prioriteren, zo constateren de onderzoekers. Daarvoor is zowel assertiviteit vanuit de regio vereist, als aanpassingsvermogen vanuit het Rijk om zo samen te blijven leren wat de beste aanpak is.
- Lees verder (PBL)