- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Bevolkingsdaling
- Publicaties over krimp (2022-2006)
- Vergrijzing en ruimte
Inhoud
- Bevolkingsdaling: wat is het?
- Beleid voor bevolkingsdaling: een korte geschiedenis
2.1 De krimp bestrijden
2.2 Bewustwording: Eerste Actieplan Bevolkingsdaling – 2009
2.3 Programmering en uitvoering: Tweede Actieplan Bevolkingsdaling – 2016
2.4 Provincies
2.5 Gemeenten - Bevolkingsontwikkeling en prognoses
3.1 Inleiding
3.2 Drijvende krachten achter bevolkingsontwikkeling
3.3 Bevolkingsontwikkeling in Nederland
3.4 De zeggingskracht van prognoses
3.5 Onwaarschijnlijkheden en scenario’s
3.6 Conclusie - Ontwikkelingen per domein
4.1 Wonen
4.2 Gezondheid en zorg
4.3 Onderwijs
4.4 Regionale economie en arbeidsmarkt
4.5 Bereikbaarheid - Praktijkvoorbeelden
5.1 Aanpak huisartsentekort
5.2 Toekomstgericht bouwen in Biggekerke
5.3 Zelfrijdende shuttlebus bij Ommelander ziekenhuis
5.4 Toekomst wonen in Beltrum
5.5 Gefaseerde strategie voor de herontwikkeling van Rolduckerveld
Contact
Vergrijzing en ruimte
Nederland vergrijst. Het aandeel 65-plussers in de Nederlandse bevolking neemt naar verwachting toe van 16 procent in 2012 tot 25 procent in 2040. Het aandeel ‘oudere ouderen’ (75-plus) neemt toe: van 7 procent nu tot 14 procent in 2040. Deze vergrijzing heeft gevolgen voor de woningmarkt, de mobiliteit en de regionale economie.
Ouderen verhuizen niet of nauwelijks nog. De vergrijzing draagt daardoor bij aan de geringe doorstroming op de woningmarkt. Maar het sterkste effect van de veranderde leeftijdsopbouw van de bevolking op deze doorstroming lijkt inmiddels achter de rug. De omvangrijke babyboomgeneratie bereikte namelijk al in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw de levensfase waarin men nog maar weinig verhuist. Op de lange termijn – als de babyboomers door overlijden of verhuizing naar een zorginstelling hun woning verlaten – resulteert de vergrijzing in een groot vrijkomend woningaanbod en daarmee mogelijk tot dalende woningprijzen.
De vergrijzing van de bevolking leidt er toe dat een steeds groter deel van de afgelegde verplaatsingen en kilometers voor rekening van ouderen komt. Deze vergrijzing van de mobiliteit remt de groei en draagt bij aan een gelijkmatiger spreiding van het (auto)verkeer over de dag. De vergrijzing van de mobiliteit leidt echter ook tot een toename van het aantal verkeersslachtoffers.
De vergrijzing betekent ook dat een steeds kleiner aandeel van de Nederlandse bevolking behoort tot de potentiële beroepsbevolking. Nu staan tegenover één 65-plusser nog bijna vier potentiële arbeidskrachten, in 2020 zijn dat er nog maar drie. In 2040 zijn er voor elke 65-plusser zelfs maar twee mensen tussen 20 en 65 jaar. Verhoging van de arbeidsparticipatie van ouderen biedt hiervoor onvoldoende compensatie. De sterkst vergrijzende delen van Nederland hebben het meest te lijden van de krimpende beroepsbevolking. Juist daar wordt het moeilijk om arbeidskrachten te vinden die de behoeften van ouderen aan zorg en andere voorzieningen kunnen vervullen.
Zie:
- het persbericht
- rapport Vergrijzing en ruimte (pdf)
- het rapport Vergrijzing en woningmarkt
- de notitie Vergrijzing en mobiliteit