- kennisvanstadenregio
- Kennisdossiers
- Kennisdossier Woningmarkt
- Collegiale ondersteuning
Inhoud kennisdossier
Verdieping
Collegiale ondersteuning
Bij collegiale ondersteuning wordt de financiële slagkracht onder corporaties herverdeeld, om daarmee beter tegemoet te kunnen komen aan de verschillende volkshuisvestelijke opgaven. Platform31 onderzocht in 2019 op welke manieren corporaties collegiale ondersteuning leveren, wat de drijfveren van corporaties zijn om dat te doen en welke wet- en regelgeving van toepassing is. U leest het volledige onderzoek over Collegiale ondersteuning hier.
De discussie over collegiale ondersteuning loopt al jaren. Collegiale ondersteuning in de corporatiesector houdt in dat een of meerdere corporaties met veel investeringsruimte een financieel armlastige corporatie ondersteunen bij het verwezenlijken van de volkshuisvestelijke opgaven in het gebied. De Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties (IBW) in 2016 maakte zichtbaar dat er grote verschillen zitten in financiële slagkracht tussen corporaties, gemeenten en regio’s.
Grote verschillen in opgaven en middelen
Peter van Os liet in zijn essay Matching revisited zien dat gemeenten met een grote opgave helaas vaak ook de gemeenten zijn waar de corporaties een beperkte bestedingsruimte hebben. Dit geldt niet alleen op gemeentelijk niveau, maar – wel iets minder drastisch – ook op regionaal niveau. Dit roept de vraag op of het mogelijk is deze mismatch via collegiale ondersteuning te verminderen. Met name in woningmarktregio’s Metropool Amsterdam en Haaglanden/Midden-Holland/Rotterdam ligt een grote verduurzamingsopgave. In deze gebieden zien we ook een concentratie van corporaties met een zwakke financiële positie.
Wanneer is collegiale ondersteuning wenselijk?
Collegiale ondersteuning is wenselijk wanneer er tussen verschillende corporaties grote verschillen bestaan tussen de als noodzakelijk gewenste opgaven en de financiële slagkracht van de corporatie. Het simpele feit dat de ene corporatie wat ruimer in het geld zit dan de andere, hoeft geen grond te zijn. Collegiale ondersteuning is wel noodzakelijk als armere corporaties de als noodzakelijk beschouwde taken niet zelf kunnen uitvoeren. Het is daarnaast wenselijk als corporaties zodanig veel investeringsruimte hebben opgebouwd dat deze niet meer (nuttig) te besteden zijn. Dit geld kan dan beter elders worden geïnvesteerd.
Veel voorbeelden in de praktijk
Hoewel ze niet vaak het landelijk nieuws halen, zijn er in de praktijk al veel voorbeelden van collegiale ondersteuning. Corporaties stellen zich hierbij over het algemeen zakelijk op. De investeringen die zij doen om andere corporaties te ondersteunen moeten wel goed in hun portefeuille passen en/of voldoende rendement opleveren. De meest voorkomende vormen van collegiale ondersteuning zijn fusies en overname van bezit of opgaven. Overigens worden die fusies en overname van bezit/opgaven lang niet altijd ‘geframed’ als collegiale ondersteuning. Vaak spelen ook andere motieven een rol die als argument worden aangedragen (bestuurskracht, bedrijfslastreductie, capaciteit, portefeuillestrategie, et cetera).
Collegiale ondersteuning kan in vele verschillende vormen. Hieronder een opsomming. Ze staan uitgebreid beschreven in het rapport Collegiale ondersteuning in de praktijk.
Vrijwillige vormen van collegiale ondersteuning
- Overname van opgaven
Lokaal
Regionaal - Overname van bezit
Overname van woningen, inclusief bijbehorende opgaven.
Overname van woningen, beheer en de exploitatie bij de ondersteunde corporatie.
Overname van woningen inclusief leningen - Commanditaire vennootschap
- Fonds
- Fusie
- Overname leningen
- Laagrentende leningen
- Schenking
Mogelijke verplichtende vormen van collegiale ondersteuning
- Verplichte ondersteuning op gronde van Artikel 42 Woningwet
- Projectsteun
- Heffingsverminderingen in de verhuurderheffing
Collegiale ondersteuning blijft lokaal
Wat opvalt is dat vrijwel alle geïnterviewden collegiale ondersteuning binnen – of grenzend aan – het kernwerkgebied het meest kansrijk vinden. “Verevening op lokaal niveau – binnen het werkgebied of direct grenzend aan het werkgebied – is voor mij het meest kansrijk. Dit past bij de beheers- en exploitatiestructuur van onze huidige organisatie”, zegt Rob van de Broeke hierover. Ger Peeters en Wim Hazeu van Wonen Limburg denken hier vergelijkbaar over: “Onze prioriteit ligt bij Limburg. In dat werkgebied liggen nog genoeg opgaven waar we mee aan de slag kunnen. De gevolgen van bijvoorbeeld de bevolkingskrimp, niet alleen voor de sociale huursector, maar ook voor de woningen van eigenaar-bewoners.”
Zakelijke bril voor collegiale ondersteuning
Het valt op dat alle corporaties collegiale ondersteuning met een zakelijke bril bekijken. De zakelijke bril maakt de transactie uitlegbaar richting de bestuurder zelf, maar ook richting de RvC en huurdersorganisatie. Rob van de Broeke van Qua Wonen geeft aan: “Er moet wel iets redelijks gevraagd worden. Het zou goed zijn als vanuit de sector, maar ook vanuit Aw en WSW een gedeelde taal wordt ontwikkeld over wat ‘redelijk’ is. Bijvoorbeeld door het opstellen van een model voor een passiva-activa overname.” Corporaties willen dus best een ander ondersteunen, maar niet het gevoel hebben de ‘gekke Henkie van de sector’ te zijn.
Aanbevelingen
Er zijn verschillende succesvolle voorbeelden van collegiale ondersteuning. Toch lukt het nog niet altijd om collegiale ondersteuning van de grond te krijgen terwijl uit de enquête die Platform31 en Aedes uitzette blijkt dat 35 procent van de bestuurders vindt dat de opgaven en middelen niet in balans zijn. Hiervan heeft 26 procent meer opgaven dan middelen en 9 procent meer middelen dan opgaven. Er bleek een grote behoefte aan meer informatie over mogelijkheden, voorbeelden, processen en voorbeeld contracten. Hieronder vijf aanbevelingen voor zowel corporaties die zelf met collegiale ondersteuning aan de slag willen als voor het aanjaagteam dat Aedes instelde.
Aanbeveling 1: Ontwikkel een informatiedesk waarin kennis te verkrijgen is over voorbeeldcontracten (eventueel individueel opvraagbaar), voorbeeldprocessen, leerpunten en succesfactoren.
Aanbeveling 2: Ontwikkel een format voor ondersteuningsconstructies.
Aanbeveling 3: Stimuleer het opstellen van regionale woonvisies op basis waarvan collegiale ondersteuning mogelijk is.
Aanbeveling 4: Faciliteer collegiale ondersteuning op het niveau van de woningmarkt.
Aanbeveling 5: Evalueer de grondslag voor de verhuurderheffing en de grondslag om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit de heffingspot.
De aanbevelingen en alle onderzoeksresultaten staan uitgebreider in het rapport Collegiale ondersteuning in de praktijk.
