Woningwet

Relevante onderwerpen binnen de wet:

Onderzoek naar de Woningwet

De herziene Woningwet is alweer sinds 2015 van kracht. De wet bracht aanscherping in de taken en rolverdeling van woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeenten op het gebied van de volkshuisvesting. Uit een quick scan in 2016 en een onderzoek naar de Woningwet in 2017 komt naar voren dat de wet veel veranderde in de lokale samenwerking tussen woningcorporaties, gemeenten en huurdersorganisaties. Er werden woningmarktregio’s gevormd en de posities van gemeenten en huurdersorganisaties zijn versterkt. De cycli rondom de prestatieafspraken vragen nauwe samenwerking tussen de verschillende partijen. Ook in de rol die woningcorporaties vervullen in het kader van leefbare wijken veranderde het nodige.

Als Platform31 onderzochten we in 2018 de effecten van de Woningwet op de lokale samenwerking tussen gemeenten, woningcorporaties en hun huurdersorganisaties en op de leefbaarheid in wijken. Dit deden we in opdracht van het ministerie van BZK en het stedennetwerk-G40. Het betreft een case studie met tien uitgediepte casussen. Deze uitgebreide casusbeschrijvingen zijn een aanvulling op de evaluatie van de woningwet die BZK liet uitvoeren door Companen. De casusbeschrijvingen geven echt een kijkje in de keuken. Daarnaast bevat het onderzoek een analyse van de casussen naar de effecten van de Woningwet op de lokale samenwerking, rolverhoudingen, woningmarktregio’s en op de bijdragen van lokale partijen aan leefbaarheid.

Resultaten Leefbaarheid na de Woningwet

Uit de casussen blijkt dat woningcorporaties door de Woningwet zijn ingeperkt in de manier waarop ze kunnen bijdragen aan leefbare wijken. De strakkere definitie van leefbaarheid en de maximale leefbaarheidsbijdragen leiden tot een strenger beleid ten aanzien van de leefbaarheidsbijdragen van woningcorporaties. De meeste geïnterviewden beschouwden dit niet als problematisch. De ervaren effecten daarvan zijn klein. De geuite zorgen van geïnterviewden hadden met name betrekking op de veranderde keuzes met betrekking tot de taken die teruggaan naar de gemeenten, BOG/MOG en niet-DAEB. Het oplossen van sociale problemen en de aanpak van de buitenruimte gingen terug naar de gemeente. In de meeste gemeenten werd aangegeven dat de aanpak van de publieke ruimte blijft liggen en dat de druk op de gemeente toeneemt in het oplossen van sociale problemen. Dat is spijtig, omdat de sociale problemen in de wijken als gevolg van vele beleidsontwikkelingen toenemen. Met betrekking tot de veel gekozen uitsterfconstructie van BOG/MOG en de keuze ‘niet-DAEB is niet doen’ zijn de eerste effecten voor de geïnterviewden zichtbaar. Beide ontwikkelingen lijken te leiden tot meer homogene wijken. De zeven veranderde keuzes staan uitgebreid beschreven in het rapport Leefbaarheid na de Woningwet.

Resultaten samenwerking na de Woningwet

In veel gemeenten maakten de woningcorporaties en gemeenten reeds prestatieafspraken, maar deze waren minder uitgebreid en meer vrijblijvend. De herziene woningwet verstevigde deze traditie. Nieuw is dat de woonvisie het sturingsinstrument werd. Gemeenten krijgen daardoor steeds meer invloed middels hun steeds concreter wordende woonvisies. Woningcorporaties als volkshuisvestelijke experts vertalen deze visies naar concrete activiteiten voor in de prestatieafspraken. Naarmate de prestatieafspraken nog meer SMART geformuleerd worden en daardoor minder vrijblijvend zijn, lijkt de autonomie van woningcorporaties in de volkshuisvestingsopgave af te nemen. Een nieuwe partij bij de samenwerking zijn huurdersorganisaties. Ondanks dat hun kennisniveau lager is dan die van woningcorporaties en gemeenten, groeien zij steeds beter in hun rol. De afgelopen drie jaar betrof een gezamenlijke zoektocht, van de drie partijen, naar het ideale proces en naar goede manieren om de inhoud weer te geven. Naast het lokale proces van de prestatieafspraken, introduceerde de herziene Woningwet woningmarktregio’s. Deze indeling zorgde nauwelijks voor samenwerking op dat regionale niveau. Wel wakkerde de herziene Woningwet bestaande regionale samenwerkingen aan. Deze regio’s zijn kleiner dan de gevormde woningmarktregio’s.
De zeven veranderde keuzes staan uitgebreid beschreven in het rapport Lokale samenwerking na de Woningwet.

tuinstadwijk-leiden-k